Met het flexibeler worden van arbeidsrelaties, is het ook minder vanzelfsprekend om werknemers een leaseauto te ‘geven’. In de toekomst zullen er minder zakenauto’s komen, maar wel meer wisselende mobiliteitsmogelijkheden. Daar vragen medewerkers ook om.

Mobiliteitsbeleid komt langzaam van de grondDat is op te maken uit onderzoek door de Vereniging van Nederlandse Autoleasemaatschappijen (VNA) onder 3500 zakelijke rijders en ruim 700 bedrijven.

Mobiliteit als employee benefit
De zakenauto is nog steeds een belangrijke secundaire arbeidsvoorwaarde voor werkgevers en werknemers. Vooral kleinere bedrijven houden vaak traditioneel vast aan alleen de zakenauto, maar (vooral) grote bedrijven willen een scala aan mobiliteitsopties bieden.

Want door de flexibilisering van arbeid zal het mobiliteitsbeleid gaan veranderen. Minder zakenauto’s en meer alternatieven om uit te kiezen, dat is wat (grote) bedrijven van plan zijn. Daarbij wordt meer rekening gehouden met de wensen en behoeften van medewerkers. De kosten voor het bedrijf staan nog wel voorop, maar vlak daarna komt ‘medewerkerstevredenheid’ als overweging voor het mobiliteitsbeleid.

Vaker mobiliteitsbudget
Werkgevers bieden ook vaker een mobiliteitsbudget aan. Meer zakelijke rijders gebruiken dit ook, maar het is nog wel een minderheid. Het aantal gebruikers van een mobiliteitsbudget is gestegen naar 4,3% (was in 2015 nog 3%). Wel verwacht 20 procent van alle bedrijven binnen nu en drie jaar een mobiliteitsbudget aan te bieden. Van de grote bedrijven met meer dan 1.000 medewerkers is dit zelfs 50 procent.

De verwachting is dat de nieuwe bijtellingsregels een positieve impuls geven aan het mobiliteitsbudget. De zakelijke rijder kan dan zelf zijn mobiliteit inrichten en zo de fiscale bijtelling ontlopen. Medewerkers die een budget toegewezen krijgen van hun werkgever, gebruiken dit ook wel door privé een private lease contract aan te gaan. Zo kan een auto worden gekozen die beter past bij zowel zakelijk als privégebruik.

 

Bron: https://www.personeelsnet.nl