Dat geldt voor zowel mannelijke als vrouwelijke zzp’ers, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) dinsdag.
Vrouwelijke partners hebben wel vaker een partner die ook zzp’er is, terwijl mannelijke zzp’ers dubbel zo vaak eenverdieners zijn. Dit geldt namelijk voor bijna een op de zes, terwijl vrouwelijke zelfstandigen slechts in bijna een op de twaalf gevallen eenverdiener zijn. Oudere zzp’ers zijn vaker eenverdieners dan jongere.
Bijna een kwart van de vrouwen heeft een partner die ook als zzp’er werkt, bij de mannen is dat bijna een op de zeven. Mannelijke zzp’ers hebben weer wat vaker een partner met een flexibel contract.
Zowel het aandeel mannelijke als vrouwelijke zzp’ers zonder partner is gestegen ten opzichte van eerdere jaren.
Het totale aantal zzp’ers in Nederland is toegenomen van ruim 700.000 in 2006 naar ruim een miljoen in 2016.
Volgens vakbond CNV onderstrepen de cijfers van het CBS “de kwetsbare positie van zzp’ers”. Twee op de drie zzp’ers hebben geen partnerinkomen waarop ze kunnen terugvallen. Volgens het CNV is het van belang dat zzp’ers goed beschermd zijn en minder afhankelijk van een eventuele partner. De vakbond pleit daarom voor verplichte verzekering voor arbeidsongeschiktheid en voor “fatsoenlijke” pensioensopbouw.
Bron: NU.nl