Van een compliment van een leidinggevende gaan werknemers harder werken. Op afdelingen waar werknemers voldoende worden gecomplimenteerd, gaat de productiviteit met 5 tot 7 procent omhoog.

Dat is de conclusie uit onderzoek van onder andere onderzoekers Arjan Non van de Universiteit Maastricht en Robert Dur van de Erasmus Universiteit. Dit is te lezen in het NRC. En hoewel werknemers die spontaan een compliment krijgen harder werken, werkt willekeurig met bedankjes strooien juist niet.

Bedankje

Voor het onderzoek dachten driehonderd studenten als bijbaantje enquêtes te digitaliseren. In werkelijkheid waren ze proefkonijnen. Zo kreeg het ene team studenten na afloop van de dienst een handgeschreven kaartje met een bedankje, ondertekend door de directeur. In een andere groep kreeg alleen de best presterende werknemer zo’n kaartje. In beide gevallen bleek de groep daarna beter te presteren.

Volgens onderzoeker Arjan Non is het echter niet aan te raden willekeurig met complimentjes te strooien. ‘Ik zou niet iedere dag met een kaartje aankomen. Een beetje creativiteit is gewenst: van een letterlijk schouderklopje of een uitgesproken compliment, tot een flesje wijn. Het moet wel spontaan en onverwacht blijven.’

Lees ook op welke andere manieren u uw werknemers tevreden houdt in de gratis whitepaper ‘Zijn uw werknemers tevreden of juist niet?’

Oprecht compliment

Het is dan ook ook beter de slechtst presterende werknemer niet te complimenteren, vindt Non. ‘Dat valt op. Zodra mensen het idee hebben dat een compliment niet oprecht is, wek je als werkgever de suggestie dat je alleen maar wilt dat er harder wordt gewerkt.’

Het gaat om de gedachte achter het compliment, stelt Non. Zo kreeg een groep studenten in een vervolgstudie als bedankje extra geld boven op het salaris. Non: ‘Dat werkte alleen als het geld leuk gepresenteerd werd. Als duidelijk was: dit is persoonlijk, hier zit werk in.’ Zo bleek extra geld met een kaartje effectiever. ‘Werknemers raken pas gemotiveerd als ze zien dat hun leidinggevende moeite doet.’

 

Bron: PW De Gids