De flexibilisering van de arbeidsmarkt is nog niet ten einde, maar zal mogelijk wel langzamer verlopen. Of een verdere flexibilisering uitblijft of er zelfs deels wordt teruggedraaid, hangt vooral af van eventuele wijzigingen in wetten en regels.

Dat stelt De Nederlandsche Bank (DNB) donderdag.

De centrale bank benadrukt dat vaste banen in Nederland voor werkgevers relatief duurder zijn dan flexibele arbeidscontracten. Op het niveau van het minimumloon is een werknemer ruim 40 procent duurder voor werkgevers dan een zzp’er.

Uit een onderzoek van de OESO bleek eerder al dat vaste contracten in Nederland relatief vast en flexibele contracten zeer flexibel zijn in vergelijking met omringende landen.

Bovendien leidde de vorig jaar geïntroduceerde Wet DBA, die schijnzelfstandigheid moet tegengaan, tot meer onzekerheid. Dit zou een van de oorzaken kunnen zijn dat het aandeel zzp’ers vorig jaar is gedaald.

Eerder zorgde onder meer fiscaal beleid ervoor dat de groep zzp’ers flink groeide. “De snelle groei van het aantal zzp’ers sinds de eeuwwisseling valt samen met een pakket aan fiscale maatregelen die zzp-schap stimuleerden en arbeidsinstituties die zzp’ers relatief goedkoper maakten ten opzichte van werknemers”, meent de centrale bank.

Gelijker speelveld

DNB benadrukt dat de toenemende flexibilisering deels wordt gedreven door verschillen in hoe bijvoorbeeld de Belastingdienst en het arbeidsrecht omgaan met werknemers met een vast contract, flexwerkers en zzp’ers.

“Het verminderen van fiscale en juridische verstoringen om als zelfstandige aan de slag te gaan en het verkleinen van verschillen in de ontslagbescherming tussen vaste en flexibele contracten, draagt bij aan een gelijker speelveld.”

In dat geval sluit de contractkeuze beter aan bij de voorkeuren van werkenden en werkgevers en zal de arbeidsmarkt beter functioneren, aldus DNB.

Vergrijzing

Niet alleen beleid en de economische groei, maar ook demografie speelt een rol in de flexibilisering van de arbeidsmarkt. “Zo is het waarschijnlijk dat, gelet op de vergrijzing, ouderen met een vast contract steeds vaker worden opgevolgd door jongeren met een flexibele arbeidsrelatie”, verklaart de centrale bank.

“Dat komt niet alleen doordat starters op de arbeidsmarkt vaker een flexibel contract wordt aangeboden, maar ook doordat de doorstroom van een flexibel naar een vast contract minder frequent voorkomt of langer op zich laat wachten.”

Vorig jaar had 42 procent van de 15- tot 35-jarigen een flexibel arbeidscontract. In 2004 gold dit nog maar voor een kwart. In de leeftijdsgroep 55- tot 75 jaar was dit aandeel vorig jaar met 10 procent flink lager. In 2004 was het percentage met 8 procent niet veel lager.

Nadelen

De centrale bank stelt dat de arbeidsmarkt is gebaat bij een zekere mate van flexibilisering als zowel de werkgever als werknemer de voorkeur geeft aan een flexibel arbeidscontract of het zzp-schap.

“Flexibele arbeid kan een opstap bieden naar een andere of betere baan en het aanpassingsvermogen van de arbeidsmarkt versterken”, schrijft DNB.

Toch kleven er volgens de centrale bank ook nadelen aan de toenemende flexibilisering. “Uit onderzoek blijkt bijvoorbeeld dat werkgevers minder geneigd zijn te investeren in scholing van flexwerkers en dat institutionele verschillen in de bescherming van vaste en tijdelijke contracten de doorstroming op de arbeidsmarkt verminderen.”

Ook kan het nadelig zijn voor de reikwijdte en het financiële draagvlak voor sociale verzekeringen, voorzieningen en uitkeringen.

 

Bron: NU.nl