Flexibel werken, is meer dan de IT goed regelen en de medewerkers in een flexkantoor bij elkaar zetten. Ondernemingen die het goed doen met flexibel werken, worden vaker geleid door managers die hun werknemers vertrouwen geven als ze zelfstandig werken. Bovendien durven die managers ook van fouten te leren.

Managers cruciaal voor slagen Het Nieuwe Werken

Uit onderzoek door Nick van der Meulen van Rotterdam School of Management, Erasmus University (RSM) blijkt dat de best presterende bedrijven niet ophouden bij het invoeren van een digitale werkomgeving. Van der Meulen promoveerde op vrijdag 18 november 2016 aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

Flexibel werken wordt soms weer afgeschaft
Na de trend van Het Nieuwe Werken, hebben bedrijven als HP, Best Buy en Yahoo het flexibel werken deels weer afgeschaft. Telewerkers voeren minder informele gesprekken bij het koffieapparaat, en dat resulteert in een afgenomen uitwisseling van innovatieve ideeën op de werkvloer, zo is de gedachte. Daarmee staat het samenwerking en innovatie in de weg.

Voor zijn promotieonderzoek zocht Van der Meulen uit hoe bedrijven tegemoet kunnen komen aan werknemers die flexibel en zelfstandig willen werken. Maar dan wel zonder dat dit ten koste gaat van de veronderstelde voordelen die zouden ontstaan wanneer mensen samen werken op een locatie: betere samenwerking en delen van kennis. De Rotterdamse onderzoeker was vooral benieuwd welke onderdelen van een digitale werkomgeving, nodig om flexibeler te werken, uiteindelijk ook echt bijdragen aan betere bedrijfsprestaties.

Hippe en digitale werkplek inrichten
Bedrijven hebben doorgaans zes instrumenten tot hun beschikking om flexibeler werk mogelijk te maken en te stroomlijnen. Vier van die instrumenten bestrijken de werkomgeving, maar de andere twee zijn management- en leiderschapsmethoden.

Veel bedrijven beginnen hun kantoren en virtuele werkomgeving anders in te richten om zo de flexibiliteit van werknemers te stimuleren. Dan gaat het om de bekende open ruimtes en over telewerken. Daarnaast investeren andere bedrijven in software en digitale hulpmiddelen waarmee mensen overal veilig kunnen werken, zoals het werken met online programma’s ‘in de cloud’.

Interne social media voor contacten
Veel bedrijven zien echter dat de toegenomen werknemersflexibiliteit ook een keerzijde heeft. Om dat tegen te gaan zagen de onderzoekers dat deze bedrijven investeren in interne social media voor het bedrijf. Dit zijn afgeschermde digitale omgevingen waarin werknemers en het management vrijelijk nieuwe ideeën kunnen bespreken om innovatie te stimuleren en het concurrentievermogen te verbeteren.

Tot slot voeren sommige bedrijven ‘branding’ campagnes en creëren symbolen waarmee de nieuwe, digitale werkwijze stevig in de bedrijfscultuur wordt verankerd. Een aantal paste zelfs hun logo’s aan om te benadrukken dat ze zich ook op de lange termijn zullen inzetten om de nieuwe werkwijzen te laten slagen.

Faciliterende managementstijl is het belangrijkst
Van der Meulen bestudeerde 113 bedrijven en vergeleek hun gebruik van de vier ‘harde’ ontwerpinstrumenten (inrichting werkomgeving, investeringen in software, interne social media en branding) met hun bedrijfsprestaties. Daarvoor bekeek hij de omzetgroei, winstgroei en de groei van het marktaandeel.

Hij concludeert dat het inzetten van de vier ontwerpinstrumenten bedrijven wel helpen, maar de meest succesvolle bedrijven gaan nog een stap verder en hanteren ook een meer faciliterende leiderschapsstijl. Daarbij laten managers hun werknemers autonoom werken en mogen ze zelf bepalen wanneer, waar en hoe ze werken.

Open bedrijfscultuur en ‘systemisch’ leren
Van der Meulen ontdekte verder dat goed presterende bedrijven een open bedrijfscultuur hebben die gericht is op ‘systemisch leren’. Het management van deze bedrijven stimuleert werknemers niet alleen om fouten en mislukkingen in een digitale werkomgeving te delen, maar is ook geïnteresseerd in hun innovatieve ideeën.

Dit type leiderschap geeft werknemers meer flexibiliteit en stelt ook de organisatie in staat om te leren, innovatief te zijn en concurrerend te blijven, concludeert Van der Meulen.

 

Bron: https://www.personeelsnet.nl/