Flexwerk: de regie over veiligheid is wegUitzendkrachten hebben vaker een ongeval dan vast personeel. Dat is de tol van de vergaande flexibilisering van de arbeid. Training in veilig werken schiet er vaak bij in. Ondernemingsraden willen meer vast personeel.

Door Loek Kusiak

Afvalinzamelaar Suez Nederland heeft op 2000 man personeel 350 uitzendkrachten. ‘Op sommige plekken zijn dat er te veel’, vertelt or-voorzitter Ronald Komen en beleidsmedewerker arbo en veiligheid van Suez.

‘Onder uitzendkrachten kwamen in 2016 drie keer zoveel ongevallen met verzuim voor als onder het vaste personeel. Denk daarbij aan struikelen, beknellingen, onvoorzichtigheid op de treeplank van een afvalwagen, verwondingen door omvallende voorwerpen.’

‘Na enige tijd verslapt de aandacht voor veilig werken’

Het hoge ongevalcijfer is volgens Komen ‘verontrustend’ en voor de VGWM-commissie bij Suez aanleiding voor nader onderzoek. ‘We weten wel dat de aandacht voor veilig werken, die er bij de uitzendkrachten bij hun aanstelling zeker wel is, na enige tijd verslapt. De handelingen worden dan routinematig.’

De afval- en milieubranche (33.000 werknemers) is door FNV-voorzitter Han Busker onlangs genoemd als een van de sectoren waar de groei van flexwerk heeft geleid tot steeds meer veiligheidsrisico’s. Ook in de bouw, horeca, delen van de industrie en de afhandeling en beveiliging op Schiphol lopen uitzendkrachten en andere medewerkers met nulurencontracten meer risico’s op een ongeluk.

Onervaren collega’s zijn daardoor, zo hoort de FNV steeds meer van leden, ook een risico voor het vaste personeel en hun omgeving. Hoewel zowel het inlenende bedrijf als het uitzendbureau verantwoordelijk is voor de veiligheid en gezondheid, krijgen uitzendkrachten volgens Busker onvoldoende tijd zich in te werken in de veiligheidsinstructies.

Schiphol: explosieve groei aan inhuurkrachten

Op Schiphol is de combinatie van prijsconcurrentie en het toenemend aantal vliegtuigen en passagiers oorzaak van oplopende werkdruk en een ‘explosieve groei aan inhuurkrachten’, zegt Walter van der Vlies, or-lid bij de KLM en teamleider op het vliegtuigplatform waar de vracht- en bagageafhandeling plaatsvindt. ‘De veiligheid en de kwaliteit van het werk worden aangetast door puur economische motieven van vliegmaatschappijen. Alles op Schiphol moet tegenwoordig sneller en tegen lage kosten.

Op operationele functies zitten inmiddels voor 30 procent inhuurkrachten, terwijl het vaste personeel vergrijst en vaak kampt met fysieke klachten.’

Werkdruk is als een elastiekje dat steeds verder wordt uitgetrokken

De or van KLM probeert al geruime tijd paal en perk te stellen aan de inhuur van flexibele krachten. Van der Vlies: ‘Koffers afhandelen is fysiek zwaar werk. Uitzendkrachten krijgen een dag uitleg en worden dan in een rooster gestopt om als het erg druk is koffers weg te stampen. De werkdruk is als een elastiekje dat steeds verder wordt uitgetrokken. En door vermoeidheid ontstaan fouten.

Veel flexwerkers hebben het bedrijf ook al verlaten voordat ze voldoende werkervaring hebben opgedaan. Vast personeel is gewend te werken met een vast maatje waar je op kunt bouwen, niet met een uitzendkracht die maar vier of vijf uur inzetbaar is. Vast en flex zijn twee gescheiden werelden.’

Levensgevaarlijke situaties door slechte communicatie

Ook op bouwplaatsen lijkt de inzet van tijdelijk personeel niet te stuiten. ‘Veelal Poolse en Roemeense uitzendkrachten’, zegt FNV-Bouw bestuurder Willem Dijkhuizen, ‘die vaak de Nederlandse taal niet machtig zijn. Daardoor ontstaan er in de communicatie met Nederlandse collega’s, kraanmachinisten bijvoorbeeld, soms levensgevaarlijke situaties.’

De bond opende in september 2016 een Meldpunt Veiligheid waar bouwvakkers gevaarlijke situaties kunnen melden. Daar was alle aanleiding toe, benadrukt Dijkhuizen. ‘Eens in de twee weken gebeurt er op een bouwplaats een dodelijk ongeluk.’ Over het jaar 2016 registreerde de Inspectie SZW een recordaantal van 70 doden als gevolg van arbeidsongevallen in Nederland, een aantal dat de Inspectie ‘schandalig’ noemde.

‘Werknemers vrezen represailles’

Veel van de tot dusver ruim 150 meldingen bij het Meldpunt Bouw over gevaarlijke situaties zijn volgens Dijkhuizen anoniem. ‘Werknemers vrezen represailles. Vast en flex wordt ook tegen elkaar uitgespeeld. De vaste kracht die klaagt, krijgt te horen dat voor hem ook iemand van een uitzendbureau klaar staat. En hoofdaannemers, de inleners dus, die net zo verantwoordelijk zijn voor veiligheid, wijzen bij klachten of ongevallen weer naar het uitzendbureau.’

Bouwbedrijven hebben volgens Dijkhuizen sinds 2014, toen de sector na vijf crisisjaren weer in de lift zat, nagelaten te investeren in vast personeel om de werklast op een acceptabel niveau te krijgen.

‘Vast personeel vinden werkgevers nog steeds een te hoge kostenpost en uitzendkrachten zijn flexibel oproepbaar. Vroeger werkte je op de bouw met een vast team en was er vakmanschap. Dat is uitgehold. Op veel bouwplaatsen is de regie over veiligheid weg. Dat moet een belangrijk aandachtspunt voor ondernemingsraden zijn. De WOR geeft de or ook de bevoegdheid om zelf in te grijpen bij onveilige of ongezonde werkomstandigheden.’

Scania: een markt met pieken en dalen in de productie van vrachtwagens

Bij vrachtwagenfabrikant Scania in Zwolle werken 1600 werknemers, waarvan 500 tot 700 uitzendkrachten via Randstad. ‘We zijn van uitzendkrachten afhankelijk omdat we opereren in een markt met pieken en dalen in de productie van vrachtwagens’, zegt Herman Bromhaar, lid van de VGWM-commissie.

Uitzendkrachten krijgen een introductie op de bedrijfsschool met een basiscursus veiligheid van één week. Bromhaar: ‘Daar zit alles in: van gereedschappen tot omgaan met staalkabels en kennis over brandveiligheid. Maar ook als iemand niet door de test komt, kunnen we hem bijspijkeren.

De uitzendkracht is gekoppeld aan een ervaren monteur, die als coach fungeert en uitleg geeft om bijvoorbeeld niet bekneld te raken bij bepaalde handelingen.’

Bromhaar is zelf ook coach van uitzendkrachten. ‘Interesse tonen in de ander is heel belangrijk. Je moet de uitzendkracht niet aan zijn lot verlaten. Een inwerkperiode van drie weken is doorgaans voldoende om te zorgen dat ze veilig kunnen werken. Zo zuinig als we zijn op onze vaste werknemers zijn we dat ook op de uitzendkrachten.

Ze krijgen ook een beoordelingsgesprek en als ze zich als technisch vakman bewezen hebben, kunnen ze een vast contract krijgen. Jaarlijks kunnen we er zestig aannemen. Dat is ook precies wat de or van Scania wil: wie goed is in zijn vak, moet je vast in dienst nemen.’

85 procent van de uitzendkrachten wordt niet of onvoldoende ingelicht

Uit onderzoek van de Stichting Arbo Flexbranche, wier doel het is de werkomstandigheden voor flexkrachten te verbeteren, blijkt dat uitzendkrachten die niet zijn ingewerkt, vaker betrokken zijn bij een ongeval met lichamelijk of psychisch letsel dan uitzendkrachten die wel zijn ingewerkt.

Ook onderkennen uitzendkrachten die door het inlenende bedrijf zijn voorgelicht beter de ongevalsrisico’s dan wanneer zij uitsluitend door het uitzendbureau zijn voorgelicht. Toch wordt nog steeds 85 procent van de uitzendkrachten niet of onvoldoende ingelicht over arbeidsrisico’s.

Een taak van de ondernemingsraad

‘Je mag stellen’, zegt Mark Fleuren van adviesbureau Dexis Arbeid in Amersfoort, ‘dat het een taak van de or is om bij de werkgever, het inlenende bedrijf dus, het belang van veilig werken te benadrukken als onderdeel van het inwerken op veiligheidsinstructies. De or kan ook vragen om uitzendkrachten door de leidinggevende te laten inwerken.

Maar de echte pijn zit in het feit dat werkgevers met flexkrachten kosten willen vermijden en risico’s afwentelen op de uitlener of de uitzendkracht. Als werkgevers doen wat werkelijk nodig is op het gebied van inwerken van flexwerkers, dan worden de financiële voordelen van flexwerkers ten opzichte van vast personeel heel klein.’

‘Je hebt ook voor de toekomst gekwalificeerd personeel nodig’

Or-voorzitter Ronald Komen van afvalinzamelaar Suez kijkt graag vooruit: ‘Je hebt ook voor de toekomst gekwalificeerd personeel nodig. Dus moet je niet te veel afhankelijk zijn van uitzendkrachten.

Bovendien zijn door het grote verloop van oproepkrachten de vaste mensen minder gemotiveerd om hun flexcollega’s te coachen. Tegen die achtergrond begrijp ik wel dat de FNV wijst op risico’s van vergaande flexibilisering. Werkgarantie verhoogt arbeidsmotivatie en de teamsfeer, waardoor mensen elkaar ook durven aanspreken op onveilig gedrag. Het mes snijdt dus aan meerdere kanten.’

Dit is een samenvatting van een artikel van Loek Kusiak, dat eerder werd gepubliceerd in Praktijkblad Ondernemingsraad.

 

Bron: https://www.ornet.nl