Een sollicitant afwijzen omdat hij vanwege zijn geloof vrouwen geen hand wil geven. In welke gevallen maak je je je als werkgever schuldig aan discriminatie?

De ondernemingsraad moet op grond van artikel 28 WOR waken tegen discriminatie in de onderneming. Maar soms is het niet duidelijk wanneer de werkgever verboden onderscheid maakt, zo ‘Geen handen schudden? Dan niet op gesprek’stelt de website van het vakblad ORinformatie. Bijvoorbeeld de kwestie van het handen schudden. Is dat een kwestie van omgangsvormen, of speelt er meer?

Neem het geval van een islamitische man die voor zijn sollicitatiegesprek aangaf dat hij als buschauffeur vrouwelijke passagiers geen hand zou geven. Het gesprek ging niet door en de zaak kwam uitgebreid in het landelijk nieuws. Volgens busmaatschappij was het geven van een hand aan mannen en vrouwen een noodzakelijk onderdeel van ‘een goed functionerende dienstverlening aan haar klanten en een goed (intern) arbeidsklimaat’.

De sollicitant voelde zich gediscrimineerd op grond van zijn geloof en bracht de zaak voor het College voor de Rechten van de Mens. Deze oordeelde dat busmaatschappij Qbuzz inderdaad verboden onderscheid had gemaakt.

Handen schudden of wegwezen: discriminatie?

Politici van verschillende partijen haastten zich om hun ontstemming over dit oordeel van het College uit te spreken. Handen schudden hoort er in Nederland gewoon bij, zo lijkt de consensus te zijn. Dat is simplificering van feiten.

Je kan het als werkgever of collega vervelend vinden wanneer een medewerker of sollicitant afwijkt van de norm. Maar wanneer deze persoon daarom wordt afgewezen of ontslagen, is er in de meeste gevallen wel degelijk sprake van discriminatie. De uitzondering is wanneer het weigeren van een uitgestoken hand leidt tot confronterende, onaangename, beledigende en/of onveilige situaties.

Zie ook: ‘Hoofddoekverbod op werkvloer mag

Afwijzing sollicitant niet altijd verboden

Het afwijzen van een sollicitant omdat hij of zij geen handen schudt van mensen van het andere geslacht, is niet altijd verboden. Zo maakte parkeerbeheerder Cition volgens het College geen verboden onderscheid door een man af te wijzen voor de functie van parkeercontroleur.

Voor de Commissie is hierbij van belang dat de functie van parkeercontroleur zich grotendeels afspeelt in de openbare ruimte. Het contact met burgers komt spontaan tot stand en is niet vooraf te regelen. De contacten zijn kort en meestal eenmalig. Daarnaast kan het werk van de parkeercontroleur (negatieve) emoties oproepen bij de burgers. De aard van de werkzaamheden zorgt er voor dat het niet vooraf duidelijk is of er een aanvaardbaar alternatief is waarbij de burger op dezelfde wijze gelijkwaardig en respectvol wordt bejegend.

Samen zoeken naar alternatieven

Ook een beveiligingsbedrijf dat een man afwees omdat hij weigerde vrouwen een hand te geven, discrimineerde niet op grond van godsdienst. In de functie stond contact met het publiek voorop. Het viel niet uit te sluiten dat er ook fysiek contact zou zijn. Het bedrijf was bereid samen met de sollicitant naar oplossingen en alternatieven te zoeken, maar de man weigerde daaraan mee te werken. Niet de godsdienst van de sollicitant was de reden om hem niet in dienst te nemen, maar de wijze waarop hij zich in het sollicitatiegesprek heeft gepresenteerd.

Belangen afwegen

Het College voor de Rechten van de Mens wijst erop dat vrijheid in Nederland belangrijk is. Dat geldt ook voor de vrijheid om een godsdienst aan te hangen en dat niet te hoeven verbergen. Het niet schudden van handen met mensen van het andere geslacht is een uiting van godsdienst en is dus in beginsel beschermd door de gelijkebehandelingswetgeving.

Aan de andere kant staat het recht van vrouwen om vrij van discriminatie te leven. En ook de wens van een organisatie om een goede dienstverlening aan zijn klanten te bieden. Al deze belangen wegen zwaar en daarom moet er steeds een afweging worden gemaakt.

Bron: OR Informatie, PW De Gids