Werkgevers moeten dieper in de buidel tasten om de lonen van hun personeel te betalen. Want sinds 2009 stegen de cao-lonen niet zo sterk als in 2016, namelijk met 1,9 procent. De cao-lonen plus werkgeverspremies, stegen met 2 procent. Cao-lonen stijgen het meest sinds 2009 volgens CBS

Terwijl de lonen sneller stijgen, blijft de prijsontwikkeling juist heel bescheiden. Dat meldt het CBS vandaag.

Loonkosten voor werkgevers stijgen verder
De contractuele loonkosten (cao-lonen plus werkgeverspremies) stegen in 2016 met 2,0 procent. Daarmee was de ontwikkeling van de contractuele loonkosten weer groter dan de stijging van de cao-lonen, zoals dat in de afgelopen vijftien jaar vrijwel steeds het geval is geweest.

Alleen in de jaren 2006, 2007 en 2015 gingen de bijdragen van werkgevers aan premies zoals pensioen, arbeidsongeschiktheid of WW omlaag. Daardoor konden de loonkosten minder stijgen dan de lonen.

Werknemers profiteren nog meer door lage inflatie
In 2016 was de inflatie met 0,3 procent opnieuw historisch laag. In de afgelopen 50 jaar is de inflatie alleen in 1986 en 1987 lager geweest dan in 2016. Dat betekent voordeel voor werknemers, die op deze manier extra kunnen profiteren van de stijgende lonen.

Veel consumentenproducten zijn niet of nauwelijks in prijs gestegen. Goederen waren in 2016 iets goedkoper, maar diensten werden 0,9 procent duurder. Consumenten profiteren van dalende prijzen voor elektriciteit en ook de huren stegen minder dan voorheen.

Grootste loonstijging bij onderwijs en bouw
Na jaren van stilstand, namen bij de overheid de lonen in 2016 met 3,4 procent het meest toe. Bij particuliere bedrijven en in de gesubsidieerde sector was dat achtereenvolgens 1,7 en 1,4 procent.

De hoogste cao-loonstijging was in het onderwijs (3,9 procent), dat voor het overgrote deel valt onder de cao-sector overheid, gevolgd door de bouw (2,8 procent). In de financiële dienstverlening namen de lonen met 0,9 procent het minst toe.

 

Bron: https://www.personeelsnet.nl