Het kabinet, gemeenten en uitkeringsinstantie UWV denken 5.500 meer kwetsbare jongeren aan een baan te kunnen helpen dan eerder gepland.
Van begin 2016 tot eind 2017 moet het gaan om 28.500 jongeren die op eigen kracht niet aan de slag kunnen komen. Dat zijn er bijna een kwart meer dan eerder gedacht.
Dit werd duidelijk aan het begin van de WerkWeek voor de aanpak van jeugdwerkloosheid. Hiervoor vinden in heel het land evenementen plaats waar jongeren en werkgevers elkaar ontmoeten om de match op werk of op stage te maken.
Opstap naar eerste baan
Tijdens ruim 50 evenementen zijn er 10.000 ontmoetingen voorzien tussen jongeren en mogelijke werkgevers. De jonge werkzoekenden kunnen dan laten zien wie ze zijn en wat ze kunnen. ‘Dat is voor veel jongeren een mooie opstap naar hun eerste baan,’ aldus minister Lodewijk Asscher van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.
Het gaat om jongeren zonder of met de verkeerde opleiding, met minder sociale vaardigheden of met een beperkt netwerk. Maar de doelgroep zijn bijvoorbeeld ook jongeren die moeten opboksen tegen vooroordelen of die last hebben van discriminatie, zoals niet-westerse migranten die het extra lastig hebben op de arbeidsmarkt.
Groot succes
Eind 2015 schreef de minister in een brief aan de Tweede Kamer dat zo’n 66 duizend jongeren in ons land geen werk hadden en geen onderwijs volgden en dat deze jongeren bovendien niet in beeld zijn bij gemeenten en UWV voor begeleiding naar werk.
Het kabinet wilde dat deze onzichtbare jongeren naar school gaan of een baan krijgen en dat gemeenten daar samen met de jongeren, scholen, UWV en werkgevers voor zouden zorgen. Dat initiatief blijkt nu een succes. Asscher tijdens de opening van de WerkWeek in Utrecht: ‘Het eerste jaar is net achter de rug en is zeer succesvol verlopen. Daardoor zijn de ambities naar boven bijgesteld.’
Jeugdwerkloosheid laagst in vijf jaar
De jeugdwerkloosheid is op het laagste niveau in ruim vijf jaar: 144.000 jongeren zoeken een baan. Daarentegen zijn 1.268.000 jongeren aan het werk, het hoogste aantal in zeven jaar.
Asscher: ‘Hoe hard de economie ook weer groeit, er zijn jongeren die het niet in hun eentje redden. Wij willen ze daarom een handje helpen, een steuntje in de rug geven. Het begint vaak met elkaar in de ogen kijken en dat gebeurt deze week in het hele land.’
Bron: PW De Gids