In het regeerakkoord staan maatregelen om te komen tot levenslang ontwikkelen en te kunnen werken tot de AOW-gerechtigde leeftijd. De individuele leerrekening gaat de fiscale scholingsaftrek vervangen. De Wet Inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW) wordt verlengd met vier jaar.

Het is de primaire verantwoordelijkheid van werkgevers en werknemers dat werknemers inzetbaar blijven. De overheid zorgt voor de noodzakelijke randvoorwaarden. Een belangrijke succesfactor daarbij is een doorbraak op ‘levenlang leren’. Daarmee wordt verankerd dat toekomstige generaties werkenden productief en gezond kunnen werken, ook tot aan hun AOW-gerechtigde leeftijd.  

1 Individuele leerrekening 

Veel werkenden doen tijdens hun loopbaan weinig aan bijscholing. Dit is in het bijzonder het geval voor een aantal specifieke groepen, waaronder lager opgeleiden en ouderen.  

Daarom en om ervoor te zorgen dat iedereen zich na het afstuderen kan blijven ontwikkelen, heeft het kabinet de inzet om de fiscale aftrekpost voor scholingskosten te vervangen door een individuele leerrekening voor alle Nederlanders die een startkwalificatie hebben gehaald. Deze rekening moet het levenlanglerenbeleid vanuit de overheid bundelen.  

Met sociale partners en onderwijsinstellingen worden afspraken gemaakt over hun bijdrage aan een levenlang leren bij de invoering van deze scholingsregeling. Hierbij wordt ook de positie van de O&O-fondsen betrokken.  

Inzetbaarheidskosten in mindering op transitievergoeding 

Daarbij is het relevant dat mogelijkheden voor werkgevers worden verruimd om investeringskosten in de inzetbaarheid van werknemers binnen de eigen organisatie in mindering te brengen op de transitievergoeding.  

2 Ambitieus leeftijdsbewust personeelsbeleid  

Om een cultuuromslag te bewerkstelligen voor ouderen op de arbeidsmarkt is een ambitieus leeftijdsbewust personeelsbeleid nodig. Het kabinet verwacht van sociale partners dat ze hier niet vrijblijvende afspraken over maken, met aandacht voor scholing, intersectorale mobiliteit, zicht op minder belastend werk en de nut en noodzaak van specifieke voorzieningen voor ouderen in cao’s.  

Mocht naar het inzicht van het kabinet te weinig voortgang worden geboekt om hier serieus invulling aan te geven, dan zal het kabinet hieraan consequenties verbinden.  

Deeltijdpensionering 

Het kabinet moet kritisch kijken naar eventuele belemmeringen voor de goede invulling aan de gedeelde verantwoordelijkheid. Dit kan bijvoorbeeld ook gaan over mogelijkheden om opties als deeltijdpensionering (via tweede pijlerpensioen of generatiepactregelingen) breder voor het voetlicht te brengen of gemakkelijker te maken.  

3 IOW verlengd met vier jaar 

Voor die oudere werknemers die ondanks inspanningen van werkgevers en werknemers toch werkloos of arbeidsongeschikt worden, wordt de Wet Inkomensvoorziening voor oudere werklozen (IOW) verlengd met vier jaar, zodat deze werknemers na het aflopen van de WW- of WGA-uitkering niet hun eigen vermogen of dat van hun partner hoeven ‘op te eten’ voordat zij in aanmerking komen voor inkomensondersteuning.  

Leeftijdsgrens stijgt vanaf 2020 mee met AOW-leeftjd 

Met het oog op de stijgende participatiegraad van oudere werknemers en de betaalbaarheid van de regeling, zal de IOW worden aangepast door de leeftijdsgrens vanaf 2020 te laten meestijgen met de AOW-leeftijd. Ook investeert het kabinet 40 miljoen euro per jaar in extra persoonlijke begeleiding door het UWV van werkzoekenden in de WW.  

 

Bron: Salarisnet