We bezien robots veel te negatief. Ze kunnen juist ook zorgen voor heel veel nieuwe, leuke banen, zegt Koert van Mensvoort.
Robots worden steeds slimmer, betrouwbaarder en betaalbaarder. Ze werken 24 uur per dag en zijn nooit ziek. Geen verrassing dus dat wordt verkondigd dat robotisering en kunstmatige intelligentie tot baanverlies zullen leiden.
Onderzoekers van Deloitte publiceerden in 2015 een lijst met beroepen die als gevolg daarvan in 2035 niet meer bestaan. De voorspelling dat twee tot drie miljoen banen verdwijnen, deed veel stof opwaaien. Toch constateerden zij afgelopen jaar dat er nog altijd 286.000 mbo’ers voor die verdwijnende banen worden opgeleid. Je zou maar zo’n zestienjarige mbo’er zijn en ontdekken dat je leert voor een beroep dat straks niet meer bestaat. Wat voor toekomstsperspectief is dat?
Hoewel de cijfers over verdwijnende banen op zichzelf juist zijn, is de conclusie die we eruit trekken veel te negatief. Zo gaat het debat zelden over de nieuwe beroepen die dankzij robotisering en kunstmatige intelligentie zullen ontstaan. Dit getuigt niet alleen van gebrekkig inzicht in technologische ontwikkeling, maar – erger – van een schrijnend gebrek aan verbeeldingskracht wat betreft onze toekomst.
Overbodige spierkracht
Baanverlies door technologisering is niets nieuws. Voordat de Industriële Revolutie op stoom kwam, werkte je als boer, visser, jager, bakker, slager, soldaat of kasteelheer. Het grootste deel van de werkende bevolking hield zich bezig met de voedselproductie, maar veel van deze banen zijn verdwenen. In Nederland werkt nog slechts één op de 250 inwoners als boer.
Het is niet meer nodig om met grote groepen tien uur per dag, kromgebogen op het land te zwoegen – en we zijn daarmee allen beter af. Dankzij de automatiseringsslag kan één boer nu 249 mensen voeden. Wat doen die mensen nu nog? Hebben die geen baan meer? Welnee. Ze zijn webdesigner, sportschoolhouder, personal coach, community manager, social media marketeer, of cybersecurity analist. Beroepen die enkele decennia geleden niet bestonden en voor onze overgrootouders onvoorstelbaar waren.
De Industriële Revolutie maakte onze spierkracht overbodig, deze eeuw wordt onze denkkracht geautomatiseerd. Als we succesvol uit deze automatiseringsslag willen komen, moeten we op zoek naar de nieuwe beroepen van de toekomst. Wij moeten bedenken wat we willen en kunnen toevoegen in een wereld vol slimme machines. Niet de strijd tégen, maar de samenwerking mét de robot zoeken.
Zware beroepen
Een paard kan harder lopen dan een mens en toch is er is niemand die beweert dat paarden ons mensen overbodig maken. Net zoals een mens op een paard interessanter is dan een wedstrijd tussen mens en paard, is een mens mét een robot interessanter dan een wedstrijd tussen mens en robot. In de nieuwe beroepen werken mens en technologie samen. Hubot, het uitzendbureau voor mensen én robots, gaat daarnaar op zoek. Wat te denken van een verhuizer die fluitend met je piano naar buiten loopt dankzij zijn ex0-skeleton, een gemotoriseerde pak dat de menselijke spierkracht versterkt. Traditioneel zware beroepen worden hiermee ook voor vrouwen en ouderen toegankelijk. De stratenmaakrobot zorgt dat de stratenmaker niet langer geknield op straat hoeft te zitten. De stenen worden aan de robot gevoerd, die het zware werk doet. Dit klinkt futuristisch, maar de stratenmaakrobot is al op de markt.
Andere toepassingen zijn nog in de maak. Krijgt de thuishulp straks dankzij de schoonmaakdrone eindelijk weer tijd voor een praatje met de cliënt? Nog niet overtuigd? Bezoek een shiva-fysiotherapeut die naast de eigen handen vier extra robotarmen heeft en daarmee een perfecte zesarmige massage verzorgt, inclusief human touch.
Technologie maakt beroepen mogelijk, die we amper kunnen bevroeden. Wie weet huren we straks een virtual reality architect die ons digitale bestaan ontwerpt, een digital detox coach die helpt om ons tot het overvolle aanbod van likes, apps en tweets te verhouden, of een orgaanontwerper die ons lichaam aanpast. Onvoorstelbaar? Onze grootouders konden zich ook niet voorstellen dat wij een personal coach of een interieurontwerper zouden inhuren. Reken maar dat wij net zo verrast zullen zijn over de nieuwe beroepen van onze kleinkinderen. Laten we onze jeugd op die wereld voorbereiden.
Bron: Trouw