In de voorbije 30 jaar zijn de enorme voordelen van globalisering breed toegejuicht, maar is te weinig stilgestaan bij de nadelen ervan. Afbeeldingsresultaat voor globalisering

Uiteindelijk moet worden erkend dat de voordelen van globalisering de kosten ruim overtreffen, maar moeten de nodige stappen worden gezet om iedereen hierin mee te nemen. Zo betuigt Roland Teixeira, CEO Benelux van GE.

Hogere levensstandaard
Hoewel het vrije verkeer van goederen, diensten, informatie en personen wereldwijd honderden miljoenen mensen een veel hogere levensstandaard heeft bezorgd, heeft de globalisering ook grote aantallen mensen  in de steek gelaten, zo betuigt Teixeira: “Mensen die getroffen worden door  de snelheid van verandering. Hun ontworteling en angsten zijn reëel. We weten dat de negatieve impact samengebald wordt op identificeerbare groepen en individuen, terwijl de positieve impact wat meer gespreid is. Het zou daarom mogelijk moeten zijn om de sociale vangnetten voor zowel globalisering als oprukkende technologie te verbeteren. We kunnen en moeten meer doen om mensen te wapenen voor verandering.”
Het huidige tijdperk is er één van snelle verandering, met reuzenstappen in de technologie – automatisering, additieve productie, machine learning en andere vormen van artificiële intelligentie – die stuk voor stuk de aard van werkzaamheden in de komende decennia fundamenteel zullen hervormen maar die ook nieuwe groepen van winnaars en verliezers zullen produceren.
“Ons recente whitepaper over de toekomst van werk behandelt de uitdagingen waarmee Europa op korte en langere termijn te maken krijgt. Het bekijkt meer specifiek hoe bedrijven en overheden moeten samenwerken om personeel te wapenen met de juiste skills en om de samenleving ondersteuningssystemen te schenken voor de werknemers die het slachtoffer dreigen te worden van automatisering,” aldus Teixeira.

Samenwerken om meer winnaars te creëren
Volgens onderzoek van Bruegel Institute, een onafhankelijke denktank, staat 54 procent van de Europese banen in de komende twee decennia bloot aan minstens gedeeltelijke automatisering of redundantie. Dit betekent niet dat de helft van de banen in Europa zal verdwijnen. Het betekent dat de helft van de functies die de Europeanen uitvoeren, tot op zekere hoogte te maken krijgt met automatisering, en dat die blootstelling duidelijk varieert tussen de beroepen.
Teixeira: “De meest cruciale opdracht voor industrie en overheden is ervoor te zorgen dat Europese werknemers – niet alleen jongeren maar ook wie al een eind opgeschoten is in zijn loopbaan – in staat zijn de juiste skills of vaardigheden te ontwikkelen, aan te scherpen en op te waarderen om te evolueren in een wereld waar werk steeds meer wordt geautomatiseerd. Dit betekent dat het belangrijk is om te investeren in onderwijs, met name in technische vaardigheden, zoals STEM, digitale geletterdheid en vloeiende ICT-beheersing. Onderwijsinstellingen doen er goed aan om nauwe banden aan te gaan met het bedrijfsleven; deze uitdaging kunnen ze het beste gezamenlijk aangaan.
Hoewel Europese werknemers deze technische vaardigheden nodig hebben om controle te behouden over de productiviteitsverhogende kracht van nieuwe technologieën, zijn softere skills zoals management en interpersoonlijke vaardigheden ook essentieel.”
Deze vaardigheden zijn minder gevoelig voor automatisering en ze beheersen een hoger loonbereik in het arbeidsspectrum. Met oog voor inzichten vanuit de industrie moeten onderwijssystemen op land- en gewestniveau deze ‘grondleggende’ of ‘transversale’ skills beter integreren in hun curricula en tegelijk ook hun beroepsgerichte trainingsprogramma’s uitbreiden om werknemers beter af te stemmen op werkgevers.
Op structureel niveau betekent dit betere standaardisering van bekwaamheidscertificaten over de EU en een betere mobiliteit. De industrie moet op dit punt nauw samenwerken met de Europese instellingen en met nationale regeringen om de juiste criteria en mechanismen te ontwikkelen zodat bekwaamheidscertificaten vlot overdraagbaar zijn.
De industrie moet volgens Teixeria echter ook ondersteunen wie getroffen wordt en mogelijk nadelen ondervindt door automatisering: “Zij moet erkennen dat we bepaalde verplichtingen en verantwoordelijkheden hebben als het gaat over compensering van negatieve effecten van de technologische vooruitgang. Als we hier niet in slagen, dreigt er een sociale instabiliteit die de economische groei ondermijnt, ontevredenheid bij de burgers wekt en allicht leidt tot correcties vanuit de regelgeving die dan weer de innovatie verstikken waarvan wij geloven dat ze onze maatschappijen voordelen brengt, op ruime schaal en voor de lange termijn.”
Het komt erop aan hoe de sociale vangnetten worden hervormd en aangepast, op weg naar een wereld waarin werk voor een meetbare populatie steeds kwetsbaarder en minder beloond zal worden. In ruimere zin gaat het om het herdenken van de aard zelf van het sociale contact tussen burgers en overheden.

Groei door Innovatie & Digitale Transformatie
Europa kan en moet de mogelijkheden van innovatie en digitale transformatie aanwenden om duurzame groei in Europa opnieuw te stimuleren. Groei met een brede basis is de meest elementaire vereiste om de nieuwe uitdagingen vanwege de technologie aan te pakken.
“De Europese productiviteitsgroei is in de voorbije jaren wat afgevlakt, zeker in vergelijking met de VS. Sommige Europese economieën hebben in de jaren 90 getreuzeld om mee te surfen met de nieuwste belangrijke golf van technologische vooruitgang. Dat moet nu anders: Europa moet zich voorbereiden om winnaars te creëren in een nieuwe economie maar ook om het effect op de verliezers tot een minimum te beperken,” aldus Teixeira.

 

Bron: http://www.managersonline.nl