Werknemers met een vast contract verlenen vaker langdurige zorg aan familieleden, partners of andere bekenden dan flexwerkers. 
Van de werknemers met een vaste aanstelling heeft 57,8 procent in 2015 langdurig zelf voor een zieke gezorgd. Het percentage onder werknemers met een flexibel dienstverband was met 51,9 procent lager, meldt het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) donderdag.

Hoewel flexwerkers vaker in deeltijd werken dan werknemers in vaste dienst, hebben meer mensen uit die laatste groep dus langdurige zorg verleend. Bij langdurige zorg gaat het om situaties waarbij een ernstig zieke twee weken of langer zorg nodig heeft.

In totaal hadden 1,2 miljoen werknemers van 15 tot 75 jaar in 2015 te maken met iemand die langdurige zorg nodig had. Van deze werknemers heeft 57 procent zelf de zorg verleend.

Leeftijd

Verder blijkt uit de gegevens van het CBSf dat oudere werknemers van 35 tot 75 jaar vaker zorg te verlenen dan jongere werknemers tot 35 jaar. Onder vaste en flexibele werknemers lag het percentage onder oudere werknemers rond de 60 procent. Bij de jongere werknemers waren de percentages respectievelijk 43,6 procent en 41,2 procent.

Ook verleenden relatief meer vrouwen dan mannen langdurige zorg. Tegelijkertijd hebben mannen die zorg verleenden vaker verlof opgenomen dan vrouwen die een ernstig zieke vezorgden. Dit komt onder meer doordat mannen vaker voltijds werken dan vrouwen.

Verlof

Het CBS meldt verder dat flexwerkers in 2015 minder vaak verlof hebben opgenomen bij langdurende zorg dan werknemers met een vast contract. Van alle werknemers heeft bijna 14 procent in deze situatie verlof opgenomen.

Ruim 69 procent had naar eigen zeggen geen verlof nodig. Dit gold vaker voor mensen met een flexibel dienstverband dan voor mensen met een vast contract. Dit hangt samen met het feit dat de eerste groep vaker in deeltijd werkt.

Wel behoefte

Daarnaast nam 17 procent geen verlof op, terwijl daar wel behoefte aan was. Van deze groep heeft 40 procent gezegd dit niet te hebben gedaan, omdat het werk dit niet toeliet. Zij wilden bijvoorbeeld hun collega’s niet belasten met extra werk.

Ook zei 13 procent van deze groep dat het financieel niet haalbaar was om verlof op te nemen. Verder was 8 procent niet bekend met verlofregelingen en had ruim 6 procent te weinig verlofdagen. De rest van de groep voerde geen specifieke reden aan.