Hippe wearables zoals smartwatches bieden mooie kansen om de gezondheid van medewerkers te monitoren. Maar wat mag er volgens de wet? En vooral: wat mag er niet?
De opmars en populariteit van wearables spreekt uit de verkoopcijfers. De wereldwijde verkoop is dit jaar goed voor een omzet van 25 miljard euro (18 procent groei), verwacht onderzoeksbureau Gartner. De ‘gadgets’ komen nu vooral als privéaankoop – voor sport of gezondheidsidealen – de werkvloer op. De werkgevers zien mogelijkheden, maar echt constructief gebruik van wearables is op de Nederlandse werkvloer nog minimaal.
Productiviteit neemt toe
Werkgevers doen de gadgets wel cadeau aan medewerkers en hopen wellicht op ‘meer bewustwording’ of een gezondere levensstijl, maar daarmee heb je nog geen daadkrachtig coachings- of gezondheidsprogramma. “Organisaties zijn nog zoekende en vinden het nog eng”, typeert consultant Daan Rottinghuis van KPN, die organisaties adviseert over het gebruik van de nieuwe technologie. Het aantal organisaties dat verder gaat dan ‘gadgets uitdelen’, is volgens Rottinghuis nog zeer minimaal. “Het zijn nog enkelingen, zeker geen royale tientallen. De verwachting is wel dat bedrijven de komende jaren meer gaan doen op dit gebied.”
Dat de draagbare technologie grote verschillen kan maken, blijkt uit diverse internationale onderzoeken. Een studie van PwC uit 2014 toonde al aan dat de productiviteit van werknemers die een tracker dragen, toeneemt met 8,5 procent en hun tevredenheid met 3,5 procent.
Wearables voor duurzame inzetbaarheid
Er kan steeds meer, goedkoper en eenvoudiger worden gemeten: bewegingen, hartslag en bijvoorbeeld slaappatronen, maar ook al variabelen voor sociale interactie, smartphone – en computergebruik. Op persoonlijk niveau kunnen metingen leiden tot meer bewustzijn, focus, actie en resultaten. “Voor organisaties kan geaggregeerde data zeer waardevol zijn om te werken aan bijvoorbeeld engagement, veiligheid en duurzame inzetbaarheid”, zegt directeur Peter van Eijndhoven van Senter Human Development. “Of bijvoorbeeld om bij ingrijpende organisatieveranderingen inzicht te krijgen in de effecten op medewerkers. Denk aan slaappatronen, happiness en stress. Op individueel niveau is het waardevol voor bijvoorbeeld coaching en loopbaanbegeleiding.” Naast ontwikkeltoepassingen wijst hij op de mogelijkheden bij risicovol werk. “Denk aan het meten van bukbewegingen in de bouw met een sensor in een shirt of het meten van variabelen bij mensen die werken met gevaarlijke stoffen.”
Wat mag wel en wat mag niet?
Begin dit jaar zijn twee Nederlandse bedrijven op de vingers getikt na onderzoek door de Autoriteit Persoonsgegevens. Zij hadden medewerkers een armband gegeven, waarmee de bedrijven inzicht kregen in hun hoeveelheid beweging. Eén werkgever had ook inzicht in het slaappatroon. Dat is in strijd met de Wet Bescherming Persoonsgegevens. Wat mag er wettelijk wel en wat kan er volgens de Autoriteit Persoonsgegeven niet door de beugel?
Dit mag wel:
- Een werkgever mag een ‘smart armband’ cadeau doen aan personeel, maar geen voorwaarden stellen aan het gebruik.
- In theorie is het alleen op zuiver geaggregeerd niveau mogelijk om in organisaties op groepsniveau iets met de data te doen. Dan is geen sprake van persoonsgegevens, maar van zuivere, anonieme data. “Het is voor werkgevers alleen vrijwel onmogelijk om dat te organiseren, want de gegevens moeten ergens verzameld worden en dit mag niet namens hen gebeuren. In een arbeidsverhouding is een werknemer afhankelijk van de werkgever. Daardoor is over het algemeen geen sprake van vrije toestemming”, licht woordvoerder Lysette Rutgers van de AP toe.
Dit mag niet:
- Werkgevers mogen geen gezondheidsgegevens van medewerkers verwerken (ook niet met toestemming).
- Een werkgever mag werknemers niet aanzetten om gegevens te delen.
- Iemand kan zelf kiezen om gegevens te delen met de leverancier van zijn wearable met vrienden of collega’s (met een leidinggevende mag niet!), bijvoorbeeld via een online portal van een leverancier. Maar ook de leverancier of collega’s mogen geen gezondheidsgegevens inzien, verwerken of verstrekken als dit gebeurt in opdracht van de werkgever.
Bron: PW De Gids