De term pechgeneratie is steeds meer van toepassing op oudere werklozen die al twee jaar of langer zonder baan zitten. Als laatsten in de rij in deze economisch betere tijden lukt het ze maar mondjesmaat weer aan de slag te komen. Het aantal werklozen dat twee jaar of langer thuis zit, daalt heel langzaam, blijkt uit nieuwe CBS-cijfers. Bijna 70 procent van hen is 45-plus.
Het is een ‘pechgroep’ die op het dieptepunt van de crisis zijn baan is kwijtgeraakt, zegt arbeidseconoom Bas van der Klaauw van de Vrije Universiteit in Amsterdam. ‘De economie draait al weer een tijdje goed en werkgevers nemen weer personeel aan. Maar bij voorkeur jongeren en mensen die nog niet lang werkloos zijn. Wie nu werkloos wordt, vindt veel sneller werk. De pechgroep niet. Daarvoor zitten ze te lang thuis. Anderen gaan voor.’
Het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) telde eind maart 182 duizend langdurig werklozen, mensen die een jaar of langer zonder werk zitten. Dat waren er 50 duizend minder dan een jaar eerder, een daling van ruim 20 procent. Het aantal langdurig werklozen gaat al sinds begin 2015 omlaag. Maar de daling doet zich vooral voor in de groep die 12 tot 24 maanden werkloos is, blijkt uit de CBS-gegevens.
Tussen 2014 en 2016 slonk het aantal Nederlanders dat een tot twee jaar op zoek was naar een baan met 40 duizend tot 80 duizend. Maar de groep werklozen die langer dan twee jaar zonder baan zit groeide in die periode juist van 129- naar 137 duizend. Deze groep is bovendien beduidend groter dan in 2006, toen de werkloosheid na een piek ook begon te dalen. ‘Maar dat komt ook doordat er nu meer 55-plussers zijn dan tien jaar geleden en deze ouderen bovendien langer doorwerken’, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS.
Dat het totaal aantal langdurig werklozen daalt, komt ook doordat er de laatste tijd minder mensen werkloos worden, zegt Rob Witjes, hoofd arbeidsmarktinformatie van het UWV. ‘Wie zijn baan nu verliest, vindt in het algemeen sneller nieuw werk dan een paar jaar geleden. Ook daardoor belanden minder mensen in die moeilijke positie van langdurig werkloze. De economie draait goed, maar nog niet goed genoeg om ook die groep weer aan werk te helpen.
‘Jongeren lukt dat altijd beter. Wat wij wel zien is dat 22 procent van de langdurig werklozen die weer aan de slag komen een baan vindt via het uitzendbureau. Ze hebben daar erg veel vacatures. Verder adviseer ik ouderen zich niet te laten afschrikken door werkgevers die in personeelsadvertenties laten weten dat ze op zoek zijn naar jongeren. De spoeling wordt dunner, dus stap erop af en wie weet heb je geluk.’
Ouderen hebben ook last van verkeerde beeldvorming bij werkgevers, zegt Jan van Ours (63), die vrijdag wordt benoemd tot hoogleraar arbeidsmarkt aan de Erasmus Universiteit. ‘Werkgevers zijn bang dat ze opdraaien voor de ziektekosten van oudere werknemers, die vaker ziek zouden zijn dan jongeren. Beide aannames kloppen trouwens niet. Ouderen zijn niet vaak ziek en er zijn allerlei subsidieregelingen om werkgevers te stimuleren ouderen aan te nemen.
‘Wat oudere werklozen zou kunnen helpen, is de Rooney Rule. Americanfootballclubs moeten voor managementfuncties altijd ook iemand met een niet-blanke achtergrond uitnodigen voor een sollicitatiegesprek. Alleen al daardoor is de diversiteit toegenomen. Zoiets zou ouderen ook kunnen helpen. Als werkgevers met hen praten, krijgen ze een heel ander beeld. Als ze maar zien wie ze tegenover zich hebben.’
Van der Klaauw verbaast zich erover dat werkgevers, vakbonden en het kabinet het derde jaar WW weer in het leven roepen. ‘Hoe langer iemand in de WW zit, hoe lastiger het is weer aan de slag te komen. Dat weten we al zo lang. Dan helpt een derde jaar thuiszitten echt niet.’
Bron: http://www.volkskrant.nl/