Blije gezichten bij het kabinet, dat de plannen presenteert voor 2018. Want het gaat goed met Nederland: de economie groeit harder dan waar ook in Europa en de werkloosheid bereikt het laagste punt sinds tien jaar. Maar over enkele weken treedt een nieuw kabinet aan, dat eigen keuzes maakt voor 2018. Toch staan ook in de huidige begroting voor HR-professionals interessante ontwikkelingen die gewoon doorgaan. 

Personeelsnet zet hier de belangrijkste wijzigingen voor HR in 2018 op een rij zoals die door het kabinet Rutte II zijn aangekondigd.

HR wetten controversieel verklaard
De Tweede Kamer wacht op het regeerakkoord van het nieuwe kabinet. Verschillende (al ingediende) wetten zijn controversieel verklaard en worden pas later behandeld. Het gaat voor HR dan vooral om wetten op het gebied van kinderopvang, de transitievergoeding, zwangerschaps- en bevallingsverlof en de bevoegdheden van ondernemingsraden over de beloningen van bestuurders.

Werkloosheid blijft dalen
De ontwikkeling van de arbeidsmarkt is positiever dan eerder voorspeld. De werkloosheid daalt snel van 6 procent in 2016 naar 4,3 procent in 2018. Dat is het laagste punt sinds 2008, stelt het kabinet trots vast.

De werkgelegenheidsgroei ligt in 2017 eveneens op het hoogste niveau sinds 2008, in het afgelopen jaar kwamen er bijna 200 duizend banen bij.

Streven naar duurzame arbeidsrelaties
Mensen met werk zijn gelukkiger, gezonder en economisch zelfstandig. Daarvoor is wel een duurzame arbeidsrelatie relatie nodig met werkgevers die investeren in specifieke kennis en duurzame inzetbaarheid. Mensen met vast werk geven meer geld uit en dat is ook weer goed voor de bedrijven.

Er moet een gelijk speelveld komen voor werkgevers om concurrentie op arbeidsvoorwaarden te voorkomen. Daarom hebben werkenden recht op een eerlijke beloning en moeten zij onder gezonde omstandigheden kunnen werken.

Lonen moeten omhoog
Om meer mensen te laten profiteren van het herstel, moeten meer mensen aan het werk. En om werken meer te laten lonen, zouden de lonen omhoog kunnen. Opmerkelijk is dat premier Rutte en minister Dijsselbloem dat op Prinsjesdag ook nog eens in de media benadrukken.

De lonen stijgen nog gematigd, ondanks de groei van de arbeidsproductiviteit en de daling van de werkloosheid. Dit komt omdat er een onbenut arbeidspotentieel is van ruim een miljoen mensen, waardoor de arbeidsmarkt niet echt krap is. Het CPB verwacht overigens wel dat de contractloonstijging de komende jaren verder aantrekt.

Opdrachtnemers krijgen recht op minimumloon
Vanaf 1 januari 2018 krijgen zelfstandige opdrachtnemers die arbeid verrichten op basis van een overeenkomst van opdracht (OVO) recht op het wettelijk minimumloon. Dit is vooral van belang voor opdrachtnemers aan de onderkant van de arbeidsmarkt die afhankelijk zijn van één of twee opdrachtgevers.

Het wettelijk minimumloon gaat ook gelden voor mensen die op basis van een andere overeenkomst tegen beloning werken, zoals een aanneem-, uitgeef-, of vervoersovereenkomst.

Verhoging minimumloon jeugdloon
Het wettelijk minimumjeugdloon gaat sinds 1 juli 2017 in stappen omhoog. Nu hebben werknemers vanaf 22 jaar al recht op het volledige wettelijk minimumloon. Ook voor werknemers tussen 18 en 21 jaar gaat het loon omhoog.

Twee jaar later, vanaf 1 juli 2019, krijgen werknemers vanaf 21 jaar recht op het volledige minimumloon en gaat het minimumjeugdloon voor werknemers van 18, 19 en 20 jaar verder omhoog.

Tegemoetkoming werkgevers met jeugd-LIV
Om bedrijven te stimuleren meer jongeren aan te nemen, kunnen werkgevers vanaf 1 januari 2018 een tegemoetkoming krijgen voor jongeren van 18 tot en met 21 jaar: het jeugd-LIV (lage-inkomensvoordeel).

De tegemoetkoming compenseert werkgevers voor de verhoging van het minimumjeugdloon. Voor werknemers van 22 jaar kunnen werkgevers een tegemoetkoming krijgen via het LIV.

Premiekorting wordt loonkostenvoordeel
Vanaf 1 januari 2018 verdwijnen voor werkgevers de premiekortingen voor jongere, oudere en arbeidsgehandicapte werknemers. In plaats daarvan komen vanaf 2018 loonkostenvoordelen (LKV’s).

LKV’s gelden voor ouderen en mensen met een arbeidsbeperking, zoals een ziekte of handicap. Het maximumvoordeel is €6.000 per jaar. De nieuwe systematiek is eenvoudiger, robuuster en fraudebestendiger en lost de verzilveringsproblematiek voor met name kleine bedrijven op.

De uitbetaling van LKV’s (en het minimumjeugdloonvoordeel) over 2018 gebeurt in 2019. Verder komt het lage-inkomensvoordeel (LIV) in 2018 voor het eerst tot uitbetaling.

Preventie beroepsziekten
In 2018 start een vierjarig programma voor preventie van beroepsziekten, met veel aandacht voor de blootstelling aan gevaarlijke stoffen. Ook wordt ingezet op vroege signalering van gezondheidsklachten.

De afwikkeling van schadeclaims bij beroepsziekten wordt verbeterd door de ontwikkeling van een zelfbindende gedragscode.

Samenwerking arts en bedrijfsarts
De vernieuwde Arbowet (per 1 juli 2017) heeft als doel arbeidsgerelateerde zorg te versterken. Daarom moeten bedrijfsartsen en behandelend artsen beter samenwerken bij de aanpak van arbeidsgerelateerde aandoeningen. Ook worden initiatieven genomen om het beroep van de bedrijfsarts te versterken.

Integratie, ook op de Arbeidsmarkt
De arbeidsparticipatie van migranten blijft achter bij andere groepen. Vanaf 1 oktober 2017moeten migranten Nederlandse rechten, plichten en waarden leren en daarna een participatieverklaring ondertekenen. Dit moet kansen voor arbeidsdeelname vergroten en mensen met een migratieachtergrond binden aan de Nederlandse samenleving.

Om de samenleving weerbaarder te maken, gaat de overheid optreden tegen personen en organisaties die de vrijheden van anderen beperken of de rechtsstaat ondermijnen. Nederlandse burgers moeten in vrijheid hun leven in kunnen richten ongeacht hun geaardheid en eigen keuzes kunnen maken over hun politieke voorkeur, de scholing van hun kinderen en geloofsovertuiging.

Brexit heeft gevolgen arbeidsmarkt
De Brexit kan grote gevolgen hebben voor de Nederlandse economie, arbeidsmarkt en werkenden. Ambtenaren zijn aan het werk gezet om de gevolgen in kaart te brengen. Nederland verliest ook een bondgenoot in de EU, omdat het Verenigd Koninkrijk en Nederland vaak dezelfde ideeën hebben over pensioenen en ander sociaal beleid.

Participatiewet en banenafspraak arbeidsgehandicapten
Werkgevers hebben in 2016 in totaal 22.554 banen vrijgemaakt voor mensen met een arbeidsbeperking.

De overheid voldeed niet geheel aan de afspraak om 6.500 banen te creëren. Daarom heeft het kabinet besloten om de quotumregeling voor de sector overheid te activeren. Wel is de daadwerkelijke heffing één jaar uitgesteld en worden de resultaten over 2018 gemonitord.

Regels zwangerschapsverlof meerling gerepareerd
Sinds 1 april 2016 kunnen vrouwen die zwanger zijn van een meerling 4 weken eerder met zwangerschapsverlof gaan. Inclusief het bevallingsverlof komt de totale verlofperiode dan uit op 20 weken.

Wegens een foutje in de regels duurt het verlof in de praktijk meestal minder dan 20 weken, maar wel tenminste 16 weken. Met de Verzamelwet SZW 2018 wordt dit hersteld en krijgen vrouwen die zwanger zijn van een meerling daadwerkelijk 20 weken verlof rond de geboorte. Vanaf 1 april 2018 treedt de gewijzigde wetgeving in werking.

Wijzigingen kinderopvang
Het kabinet heeft een wetsvoorstel voorbereid om de financiering van de kinderopvang te wijzigen. De bedoeling is geldstromen van en naar ouders te beperken, wat de risico’s van onverwachte nabetalingen en terugvorderingen verkleint. Om dat voor te bereiden is in de begroting van 2018 geld gereserveerd.

Om de kwaliteit van de kinderopvang te verbeteren, treden per 2018 wetten in werking voor peuterspeelzaalwerk en kinderopvang, als wijziging van de Wet kinderopvang. Daarnaast moet iedereen in de kinderopvang vanaf 2018 een Verklaring Omtrent het Gedrag (VOG) hebben en zich inschrijven in een personenregister (beheerd door DUO). Hierdoor wordt de huidige continue screening van de vaste medewerkers uitgebreid met tijdelijke medewerkers (stagiairs, uitzendkrachten, vrijwilligers en zelfstandigen) en met mensen die structureel aanwezig zijn op de opvanglocatie tijdens opvanguren.

Wijziging pensioenstelsel
Hoewel de dekkingsgraden stijgen, blijven er zorgen over de houdbaarheid van het pensioenstelsel. Het huidige kabinet zet in op een verplicht collectief en solidair stelsel met een toereikend pensioen voor álle werkenden. Daarbij moet er ook ruimte komen voor een nieuw pensioencontract en meer keuzevrijheid.

Een nieuw kabinet moet de knoop doorhakken. Helaas voor dat nieuwe kabinet is het onlangs nog niet gelukt om daarvoor vakbonden en werkgevers op één lijn te krijgen.

Zorgpremie en inkomensafhankelijke bijdrage
Door de hogere zorgkosten, groeit ook de premie. Voor 2018 komt de zorgpremie op € 113,50 per maand uit (1362 euro per jaar). Dat is een groei van ongeveer 6 euro per maand. De daadwerkelijke premie voor 2018 wordt pas uiterlijk in november 2017 vastgesteld door de zorgverzekeraars. Het eigen risico komt in 2018 uit op 400 euro, een verhoging van 15 euro.
(NB: op 20 september hebben de formerende partijen bekendgemaakt, dat het eigen risico in de plannen van het nieuwe kabinet 385 euro blijft. De zorgpremie zal daardoor wel 10 euro per jaar omhoog gaan).

Naast de zorgpremie betalen werkgevers een inkomensafhankelijke bijdrage. Deze bijdrage gaat in 2018 van 6,65% naar 6,90 %. Gepensioneerden en zelfstandigen betalen een verlaagde inkomensafhankelijke bijdrage. Deze gaat van 5,4% naar 5,65%.

Zorgtoeslag en kindgebonden budget
In 2018
 worden de zorgtoeslag en het kindgebonden budget verhoogd om (grotere) gezinnen met lagere inkomens tegemoet te komen. Het tweede kindbedrag van het kindgebonden budget wordt verhoogd met € 71 per jaar om de inkomenspositie van gezinnen met lage en middeninkomens te ondersteunen. Ouderen krijgen daarnaast een hogere ouderenkorting.

Geen compensatie transitievergoeding bij langdurige ziekte
De Tweede Kamer heeft het wetsvoorstel controversieel verklaard waarmee werkgevers door het UWV gecompenseerd zouden worden voor de kosten van de transitievergoeding bij ontslag na langdurige ziekte.

Mocht de wet toch worden ingevoerd, dan kan deze niet al begin 2019 ingaan. Het UWV moet computersystemen aanpassen en dat vraagt veel voorbereidingstijd.

Geen uitbreiding kraamverlof
De behandeling van het wetsvoorstel uitbreiding kraamverlof dat per 2019 zou ingaan, is door de Tweede Kamer controversieel verklaard. Dit wetsvoorstel regelt een uitbereiding van het bestaande kraamverlof voor de echtgeno(o)t(e)/partner van de moeder met 3 dagen.

Koopkracht 2018: werkenden profiteren het meest
Het kabinet is sinds de verkiezingen van maart demissionair en neemt dus geen grote beleidsbeslissingen meer. Wel zorgt het kabinet voor een evenwichtig koopkrachtbeeld, waardoor alle inkomensgroepen er ongeveer evenveel op vooruit gaan. Hierbij is rekening gehouden met de stijgende zorgpremie en het eigen risico. Ook is rekening gehouden met aanvullende pensioenen die nauwelijks omhoog gaan. Hierdoor gaat bijna een kwart van de ouderen met een hoger aanvullend pensioen er wel in koopkracht op achteruit.

Het resultaat is dat er kleine plusjes staan (voor alle groepen minder dan 1 procent verbetering), maar het is wel vooruitgang. Van alle huishoudens gaat zo’n 82 procent er volgend jaar op vooruit. Binnen de groep werkenden gaat 87 procent erop vooruit.

 

Bron: Personeelsnet