‘Het zou flauw zijn om te zeggen dat de WWZ een mislukking is.’ Maar Ruben Houweling, hoogleraar arbeidsrecht aan de Erasmus Universiteit, vindt dat er wel het een en ander verbeterd kan worden aan de WWZ. Hij geeft zijn mening in de WWZ special van het HR Journaal, in een gesprek met arbeidsrechtadvocaat Maarten van Gelderen. WWZ special evaluatie Asscher wet en regelgeving

‘Om te beginnen is iedereen het erover eens dat het hoger beroep in ontbindingszaken winst is’, begint de hoogleraar. Maar hij voegt er al snel aan toe: ‘vanuit juridisch perspectief dan.’ Hij geeft toe dat het voor werkgevers zorgt voor onzekerheid. Zijn de werknemer en ik uit elkaar of blijven we door procederen? Maar ook voor werkgevers kunnen er voordelen zijn aan het hoger beroep. Bijvoorbeeld wanneer de kantonrechter een hoge vergoeding verwacht voor de werknemer.

Asscher is erg positief over de WWZ. Hij roemt de snellere doorlooptijd bij het UWV en het feit dat de ontslagvergoedingen lager zijn geworden. Hij zegt echter niets over de vereenvoudiging van het ontslagrecht. Dat verrast Houweling niet. ‘We hebben het over Asscher. Ik ben groot fan van hem omdat hij politiek gezien veel kwaliteiten heeft, maar hij beheerst als geen ander de techniek van het weglaten. Hij noemt de elementen die in het voordeel van de wet pleiten.’ In dezelfde onderzoeken als waar Asscher aan refereert, staat dat het aantal afwijzingen voor ontslagverzoeken significant is toegenomen. ‘Dat zegt iets over het stelsel. Er wordt overal geklaagd over de rigiditeit van het ontslagstelsel.’

UWV en kantonrechter zijn het oneens

Wat opvalt in gepubliceerde ontslaggronden, is het feit dat in ontslagzaken op grond van bedrijfseconomische redenen (A-grond), het UWV en de kantonrechter het in veertig procent van de gevallen niet met elkaar eens zijn. ‘Dat is een hoog percentage’, vindt Houweling. ‘Zeker als je bekijkt dat het toetsingskader van het UWV en de kantonrechter nu voor het eerst hetzelfde is. Onder het oude recht was dat anders, maar onder het nieuwe recht zegt het wel iets dat de rechterlijke macht een ander oordeel heeft dan het UWV.’

Wat zou dan een goed idee zijn? De zaken helemaal bij het UWV weghalen en uitsluitend nog door kantonrechters laten beoordelen? Houweling ziet daar wel iets in. ‘Als je het hebt over de vereenvoudiging van de WWZ… ik denk dat er veel specialisten zich afvragen waarom we de twee wegenleer blijven houden tussen rechter en UWV. Dat zou zomaar een pleidooi kunnen zijn om het UWV uit dit plaatje weg te halen.’

Als Houweling nu iets zou kunnen veranderen aan de WWZ, dan weet hij wel wat hij zou kiezen. ‘Het verruimen van de H-grond zou niet zo gek zijn, dan wordt het meer zoals we het onder het oude recht deden. Eventueel kunnen we de G-grond, de verstoorde arbeidsverhouding, daaraan toevoegen. In het evaluatierapport dat Asscher zelf heeft laten verrichten, geven rechters bijvoorbeeld aan dat ze het lastig vinden een arbeidsrechtelijke band te doorbreken als een werknemer dan na een lang dienstverband alleen een lage transitievergoeding meekrijgt. Is er onder verschillende ontslaggronden niet meer ruimte om met eventuele aanvullende vergoedingen te werken?’

Een arbeidsovereenkomst brengt veel goeds

De WWZ was in het leven geroepen om de kloof tussen flex en vast te verkleinen. Maar er zijn zat werkgevers die denken: het arbeidscontract staat volgeladen met verplichtingen, vind je het gek dat ik naar payrolling- of freelance constructies uitwijk?
‘Om te beginnen moeten werkgevers zich goed realiseren dat een arbeidsovereenkomst ook veel goeds brengt. Het zorgt bijvoorbeeld voor een hoge mate van arbeidsproductiviteit. We zijn de top van Europa als het aankomst op arbeidsenergie en rendement uit arbeidsuren. Ten tweede is de arbeidsmarkt het sleutelwoord op alle politieke agenda’s van het komende verkiezingsjaar. Als we de kloof tussen flex en vast niet dichten, wordt het een race to the bottom in plaats van een stabiele samenwerking waarin je als ondernemer prettig kunt ondernemen. En als laatste: repareer dat grondenstelsel. Maak het minder rigide, geef de rechter ruimte voor maatwerk. Dan weet ook een ondernemer waar hij aan toe is. Geef duiding aan het vergoedingenstelsel naast de transitievergoeding. Daar hebben we nu anderhalf jaar mee geëxperimenteerd, en de tijd is nu wel rijp om te zeggen: laten we een afspraak maken. Het is namelijk niet goed uit te leggen dat een rechter in Groningen een billijke vergoeding van 10.000 euro toekent, terwijl dezelfde casus in Rotterdam leidt tot een vergoeding van 70.000 euro. Dan zijn we de rechtszekerheid zoek en dat moeten we niet willen.’

 

Bron: https://www.xperthractueel.nl/