In de jaren dat ze als staatssecretaris de scepter zwaaide op het ministerie van Sociale Zaken, is er flink wat vertimmerd aan het pensioenstelsel. Maar de grote verbouwing is onder demissionaire Jetta Klijnsma (PvdA) nog niet van de grond gekomen. Daarvoor is het wachten op de sociale partners. Die hebben maanden na de deadline die ze zich zelf hadden opgelegd nog steeds geen advies gegeven aan het kabinet over een nieuw toekomstbestendig stelsel. Het weerhoudt Klijnsma (60) niet om vast verder te denken: over pensioen voor zzp’ers en een flexibele AOW.

Demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.

Demissionair staatssecretaris Jetta Klijnsma van Sociale Zaken en Werkgelegenheid.Foto: Wiebe Kiestra voor het FD

Toen Klijnsma in 2012 aantrad, was het crisis in Nederland en dreigden acute kortingen op de pensioenen. Vijf jaar later stabiliseren de dekkingsgraden en trekt de economie aan. ‘Het is begrijpelijk dat mensen dan gaan denken “let it be”,’ zegt Klijnsma over het gebrek aan voortgang in de polder. ‘Maar je moet wel durven blijven kijken: wat vergt dit tijdsgewricht nou? Dat geldt voor politici en voor sociale partners. Als je dat niet doet, dan ben je geen knip voor de neus waard.’

Wat had u graag nog bereikt?

‘Een volwaardigepensioenvoorziening voor alle werkenden, ook voor de zzp’ers. De arbeidsmarkt van de 21ste eeuw is veel flexibeler dan die van de 20ste. Als je dat ziet, dan moet je het stelsel daarop inrichten. Ik heb veel zzp’ers gesproken die uit volle overtuiging een eigen bedrijf hebben en vermogen opbouwen. Die hebben geen behoefte aan een verplicht pensioen. Maar wie door de crisis tegen wil en dank zzp’er is geworden, die is in de aap gelogeerd. Die kan zich niet permitteren om pensioen op te bouwen naast de AOW en moet straks op ons als gemeenschap leunen. Ik zou zeggen, ik ben toch in mijn nadagen, maak gewoon een verplichte voorziening voor zzp’ers, met een ‘opt out’. Wie aantoonbaar voldoende zelf spaart, hoeft niet mee te doen.’

In de plannen van de Sociaal-Economische Raad voor het nieuwe pensioencontract, waar we nog steeds op wachten, staat weinig tot niets over zzp’ers. Moet dit erbij?

‘Dat zou geweldig zijn. Maar het zou me enorm verbazen. Het is al zo lastig.’

Het SER-advies had er al lang moeten zijn. Komt van uitstel afstel?

‘Dat zou niet goed zijn. Ik heb altijd gevonden dat de sociale partners op de tweede pijler het voortouw hebben, want het gaat gewoon om een arbeidsvoorwaarde. Maar als zij met niets komen, dan geven ze dat voortouw uit handen. Natuurlijk snap ik heel goed dat achterbannen overtuigd moeten worden, dat het als FNV en CNV moeilijk is de handen op elkaar te krijgen voor dit gecompliceerde verhaal.’

Waar hangt het op?

‘Het pijnpunt voor de vakbonden is in hoeverre blijven de solidariteit, de collectiviteit en de verplichtstelling overeind? En in hoeverre wordt het nou een apart potje? Al die mensen die niet in staat zijn zelf te beleggen, omdat ze daar geen verstand van of tijd voor hebben, daar moet je voor zorgen dat zij in collectiviteit een goed pensioen kunnen opbouwen.’

‘Maar ik vind het SER-plan dat nu rondzoemt, persoonlijke potjes met een collectieve buffer, ook voor de achterban van de vakbond begaanbaar. We nemen geen afscheid van de doorsneepremie, maar kiezen voor eenleeftijdsafhankelijke opbouw van rechten, wat beter past bij een flexibele arbeidsmarkt. Er wordt geen afscheid genomen van de solidariteit, collectiviteit en de verplichtstelling. Natuurlijk is het moeilijk uit te leggen, maar het is wel begaanbaar.’

U zegt dus tegen de bonden: springen maar?

‘Ja, zorg dat je aan zet blijft. Met alle begrip die ik heb voor hun positie. Als je voorman of voorvrouw bent bij de vakbeweging ben je echt heel dapper. Dan mag je best van je eigen achterban vragen om een besluit te nemen en over de eigen schaduw heen te springen. Het gaat immers niet alleen om het pensioen van de huidige gepensioneerden, het gaat om het pensioen van alle Nederlanders.’

Van pensioenakkoord naar pensioendialoog

Jetta Klijnsma (PvdA) trad in 2012 aan als staatssecretaris, met onder meer pensioen in de portefeuille. Kort daarvoor had zij als kwartiermaker bij de FNV de breuk moeten lijmen die was ontstaan door het Pensioenakkoord van 2010. Het verzet daartegen binnen de FNV-achterban was zo groot, dat voorzitter Agnes Jongerius erop sneuvelde. Klijnsma startte in 2014 de nationale pensioendialoog over de toekomst van het pensioenstelsel na de crisis. Het kabinet verhoogde de AOW-leeftijd, vernieuwde het Financieel Toetsingskader (FTK) en kwam met een aantal vernieuwingen en aanpassingen binnen het huidige stelsel: zoals wetten over communicatie en goed bestuur van de pensioenfondsen, de introductie van het Algemeen pensioen Fonds. Klijnsma zelf is het meest blij met ‘dat kleine wetje’ waardoor zzp’ers hun pensioenpotje niet hoeven op te eten, voordat zij in aanmerking komen voor bijstand. De nationale pensioendialoog mondde uit in een verkenning van de SER van een nieuw pensioencontract dat beter inspeelt op de flexibele arbeidsmarkt en minder gevoelig zou moeten zijn voor renteschokken. Een advies van de SER over dat contract werd begin dit jaar verwacht, maar is er nog steeds niet.

Hoeveel tijd is er nog ?

‘Als je het moment van totstandkoming van het regeerakkoord laat verglijden, is dat wel heel erg jammer. Als je nu als sociale partners je ultieme ideeën over de vernieuwing van het stelsel op tafel legt, is dat voor de vier onderhandelende partijen aan de informatietafel moeilijk om terzijde te schuiven. Doe je dat niet, dan moeten werkgevers en werknemers straks achteruit onderhandelen ten opzichte wat er in het regeerakkoord staat. De ChristenUnie zit aan tafel, dat geeft moed. Maar VVD en D66 zijn toch wat minder geporteerd van solidariteit en verplichtstellingen.’

Kan de politiek het de SER nog makkelijker maken?

‘Eerst moet binnen de SER de knoop worden doorgehakt. En dat moeten de sociale partners echt zelf doen. Maar er liggen nog veel meer arbeidsmarktthema’s op tafel. Je zou net als bij het sociaal akkoord van 2013 ook een mand kunnen maken, als nieuw kabinet, met voor elk wat wils.

Dan zegt Klijnsma nog: ‘We hebben het veel over de tweede pijler gehad. Maar de algemene ouderdomswet is heel belangrijk voor ons land. We moeten ervoor zorgen dat die geborgd blijft. Dat betekent dat iedereen de AOW moet kunnen blijven meemaken, ook nu de AOW-leeftijd wordt verhoogd. Onderzoeken laten zien dat mensen met een lagere opleiding of inkomen, minder lang van hun AOW genieten omdat zij minder lang leven. Hoe kunnen we ervoor zorgen dat iedereen van zijn oude dag kan blijven genieten? Daarom heb ik gezorgd voor de overbruggingsregeling. Nu moeten we gaan nadenken over flexibilisering van de AOW.’

 

Bron: Het Financieele Dagblad