Minister Asscher van Sociale Zaken stuurt de Tweede Kamer de antwoorden op de vragen die zijn gesteld naar aanleiding van het ambtelijke rapport met varianten Afbeeldingsresultaat voor antwoord vraagvoor de kwalificatie van de arbeidsrelatie. Een vraag is onder meer waarom er geen variant is waarin de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) weer wordt ingevoerd?

In het rapport worden de volgende 10 beleidsvarianten beschreven.

A: Overgaan tot handhaven (nuloptie)

B: Oordeel over de status van een arbeidsrelatie (OSA) – instrument vergelijkbaar met webmodule in UK

C: Criteria voor het mogen gebruiken van een modelovereenkomst (variant-Boot)

D: Rechtsvermoeden voor het ontbreken van een dienstbetrekking

E: Nadere invulling van het criterium ‘persoonlijk verrichten van arbeid’

F: Fictieve dienstbetrekking met uitzondering voor ondernemers

G: Sectorale eis van arbeidsovereenkomst

H: Opt-out van de loonheffingen en de werknemersverzekeringen

I: Ondernemersverklaring

J: Gelijke beloning opdrachtnemer

Varianten combineren

In principe zouden alle varianten tegelijkertijd kunnen worden ingevoerd. Vanuit het oogpunt van logica en complexiteit van het systeem liggen sommige combinaties echter minder voor de hand.

Een combinatie van varianten waarbij een set van (deels) dezelfde criteria tot verschillende uitkomsten kan leiden is onlogisch. Zo kan een combinatie van variant D met variant H, of van variant C met variant F verwarring oproepen.

Buiten dienstbetrekking werken zonder gezagsverhouding

Waarom is er geen variant opgenomen in het rapport waarbij er buiten dienstbetrekking kan worden gewerkt, zodat er voor de opdrachtgever wel de mogelijkheid is om aanwijzingen te geven (bijvoorbeeld voor tekstschrijvers, musici, cameramensen, et cetera), zonder dat er een gezagsverhouding ontstaat?

Beleidsvariant H uit het rapport biedt deze groep de keuzemogelijkheid om schriftelijk met de opdrachtgever/werkgever overeen te komen dat de werkzaamheden niet onder loonheffingen en verzekeringsplicht van de werknemersverzekering vallen (opt out van de loonheffingen en de werknemersverzekeringen), indien aan bepaalde criteria wordt voldaan.

Om een dergelijke opt out uitsluitend voor de bovenkant van de arbeidsmarkt beschikbaar te maken, wordt onder meer het tarief als criterium gebruikt. Overigens kan ook in een relatie buiten dienstbetrekking een opdrachtgever aan de opdrachtnemer aanwijzingen geven (artikel 7:402 van het Burgerlijk Wetboek).

Opt-out loonheffingen en werknemersverzekeringen

Is er ook een variant overwogen, waarin werkenden die op grond van de huidige criteria binnen de arbeidsovereenkomst vallen, terwijl zij liever als zelfstandige werken, de mogelijkheid wordt geboden om buiten dienstbetrekking te werken?

Beleidsvariant H geeft de keuzemogelijkheid aan de werkende om werkzaamheden niet onder de loonheffingen en de verzekeringsplicht van de werknemersverzekeringen te laten vallen indien hij aan bepaalde criteria voldoet. In het rapport is deze variant uitgewerkt aan de hand van de criteria duur en tarief. Er zijn hiervoor ook andere criteria denkbaar, zoals een sectorale afbakening. Niet alle mogelijke criteria zijn uitgewerkt.

Waarom niet VAR weer invoeren?

Waarom is er geen variant opgenomen waarin de Verklaring arbeidsrelatie (VAR) wordt heringevoerd met betere handhaving op misbruik van de vrijwaring voor opdrachtgevers?

Handhaving bij de opdrachtgever was niet mogelijk door de systematiek van de VAR.  Handhaving die uitsluitend gericht kan zijn op opdrachtnemers is weinig effectief is.  Geconcludeerd is dat betere handhaving binnen de VAR geen reële optie is en om die reden is dan ook geen variant voor een herinvoering van de VAR opgenomen. Ook de Commissie Boot heeft geconcludeerd dat het logisch is dat de wetgever het VAR-systeem heeft afgeschaft.

Buitenlandse stelsels met onderscheid zelfstandige arbeid en dienstbetrekking

De stelsels in andere landen over de kwalificatie van een arbeidsrelatie verschillen niet fundamenteel van het stelsel in Nederland. Juist omdat de stelsels voor de kwalificatie van een arbeidsrelatie in andere landen in hoofdlijnen op het huidige Nederlandse stelsel lijken, zal implementatie van een stelsel uit een ander land niet tot een oplossing leiden van de in het rapport geschetste problematiek.

Employment Status Indicator

Een (gedeeltelijke) uitzondering hierop is de Employment Status Indicator uit het Verenigd Koninkrijk die de inspiratie vormde voor variant B van het rapport. Een dergelijk instrument zou in Nederland de duidelijkheid over de aard van een arbeidsrelatie kunnen vergroten. Het zal echter geen effect hebben op het probleem dat de uitkomst van de beoordeling van een arbeidsrelatie op dit moment in een aantal gevallen maatschappelijk als ongewenst wordt ervaren.

 

Bron: https://www.salarisnet.nl