De Belastingdienst handhaaft bij de wet DBA alleen op evident kwaadwillenden. Andere ZZP’ers en opdrachtgevers hoeven zich in ieder geval tot 1 juli 2018 geen zorgen te maken over boetes of naheffingen.  

Vorig jaar nog gaf demissionair staatssecretaris Eric Wiebes van Financiën aan dat de Belastingdienst, in de strijd tegen schijnzelfstandigheid van ZZP’ers, alleen zou optreden tegen een handvol ‘evident kwaadwillenden’. Het FD meldde vrijdag echter dat de fiscus dat begrip ruimer toepast en veel meer opdrachtgevers van ZZP’ers in het vizier heeft. Dit feit zou blijken uit twee interne memo’s van de fiscus die het ministerie van Financiën in augustus vrijgaf nadat een beroep was gedaan op de Wet openbaarheid van bestuur.

Geen boetes en naheffingen

In een reactie schrijft de Belastingdienst dat ZZP’ers en opdrachtgevers, met uitzondering van kwaadwillenden, zich in ieder geval tot 1 juli 2018 geen zorgen hoeven te maken over boetes of naheffingen. ‘ZZP’ers en opdrachtgevers krijgen dus geen boetes of naheffingen als achteraf geconstateerd wordt dat er sprake is van een dienstbetrekking. In ieder geval krijgen opdrachtgevers en opdrachtnemers voldoende tijd om zich aan te passen.’

Evident kwaadwillenden

De Belastingdienst maakte voor het zomerreces bekend de opschorting van de handhaving van de Wet Deregulering Beoordeling Arbeidsrelaties (DBA) opnieuw te verlengen, tot in ieder geval 1 juli 2018. Het opschorten van de handhaving geldt niet bij kwaadwillend handelen; het opzettelijk creëren van een situatie van schijnzelfstandigheid, terwijl er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. De Belastingdienst heeft nu circa tien opdrachtgevers in het beeld die mogelijk hiertoe behoren.

 

Bron: AccountancyVanMorgen