Het gaat beter met Nederland, dus moet iedereen er in 2017 op vooruit gaan, ook ouderen en mensen met een uitkering. Ondanks dat er volgend jaar verkiezingen zijn, heeft het kabinet nog volop plannen die gevolgen hebben voor het werk van HR-professionals. Personeelsnet geeft daarom hier een overzicht van de belangrijkste veranderingen in het HR-vakgebied voor 2017. Afbeeldingsresultaat voor hr

Het kabinet zelf, is ronduit tevreden over de economische prestaties van ons land, dat weer meedoet in de voorhoede van Europa. Ruim 90 procent van de mensen gaat er in 2017 op vooruit en de werkloosheid is op het laagste punt in vier jaar. Maar er blijft natuurlijk nog genoeg te doen.

Koopkracht 2017 en toeslagen
Net als in voorgaande jaren, probeert het kabinet werken lonender te maken. Mensen met een baan profiteren daarom het meest van de vooruitgang, vooral de lage inkomens en mensen met kinderen. Gemiddeld gaan we er ongeveer 1 procent in koopkracht op vooruit.

Omdat ouderen en uitkeringsgerechtigden minder profiteren, trekt het kabinet 1,1 miljard euro uit om hun koopkracht te repareren. Voor werkende ouders wordt de kinderopvang goedkoper. Jongeren vanaf 21 gaan vanaf 2017 richting een volwaardig loon. Daarnaast trekt het kabinet structureel 100 miljoen euro extra uit om de armoede onder kinderen te bestrijden.

Het kabinet verhoogt vanaf 2017 de zorgtoeslag, de huurtoeslag en het kindgebonden budget, wat gunstig is voor de koopkracht van mensen met een laag inkomen. Het eerste en tweede kindbedrag van het kindgebonden budget worden met € 100 verhoogd om de inkomenspositie van gezinnen met lage en middeninkomens te ondersteunen. Doordat het tweede kindbedrag in 2016 eenmalig met € 33 was verhoogd zou dit bedrag in 2017 weer met € 33 zijn verlaagd. Per saldo stijgt het tweede kindbedrag in 2017 ten opzichte van 2016 derhalve met € 67.

Daarnaast gaan de algemene heffingskorting en de ouderenkorting structureel omhoog. Met deze koopkrachtmaatregelen gaan bijna 80% van alle gepensioneerden en meer dan 90% van alle werkenden en uitkeringsgerechtigden er volgend jaar in koopkracht op vooruit.

Het kabinet gaat vanaf 2017 € 200 miljoen per jaar extra uittrekken voor de toegankelijkheid en kwaliteit van de kinderopvang. De kinderopvang wordt financieel toegankelijker gemaakt door een verhoging van de kinderopvangtoeslag.

Aanpak werkloosheid
Ondanks de aantrekkende economie, zijn er nog altijd teveel werklozen. Om ieders arbeidskansen te verbeteren, gaat het UWV meer persoonlijke dienstverlening geven aan de mensen die dat nodig hebben.

De Wet tegemoetkomingen loondomein (WTL) kent twee tegemoetkomingen voor werkgevers: het lage-inkomensvoordeel (LIV) en loonkostenvoordeel (LKV). Het huidige stelsel van premiekortingen komt per 1 januari 2018 te vervallen en wordt vervangen door het LKV.
Daarnaast wordt per 1 januari 2017 het LIV ingevoerd. Het lage inkomensvoordeel (LIV) maakt het voor werkgevers aantrekkelijk om mensen met een laag inkomen (tot 120 % van het minimumloon) in dienst te nemen en te houden.

Werkloze vijftigplussers krijgen ook in 2017 van het kabinet een steuntje in de rug van ‘boegbeeld John de Wolf’. Dat gebeurt op basis van het actieplan Perspectief voor vijftigplussers, dat in 2017 van start gaat met een gemeenschappelijke campagne van het kabinet en sociale partners.

Vijftigplussers worden ondersteund bij het vinden van werk en werkgevers worden gestimuleerd om hen aan te nemen. Sociale partners kunnen bijdragen door voordelen voor ouderen in cao’s te schrappen, zodat zij aantrekkelijker worden voor de arbeidsmarkt. Het kabinet verlaagt de leeftijdsgrens van de no-riskpolis naar 56 jaar en stelt het extra geld beschikbaar voor experimenten om de kansen bij werkgevers beter te benutten.

Om de overgang van werk naar werk of van een uitkering naar werk verder te ondersteunen, zijn er ook in 2017 scholingsvouchers beschikbaar. Mensen met een baan of een WW-uitkering, en zelfstandigen, kunnen zich hiermee omscholen naar een beroep met een beter perspectief op werk.

Aandacht voor bijzondere groepen
De no-riskpolis geldt straks voor alle werknemers die onder de doelgroep van deParticipatiewet vallen. Verder neemt het kabinet maatregelen om beschut werk binnen de gemeenten te versterken.

Werkgevers met uitzendkrachten kunnen straks ook over hen informatie uit hetdoelgroepregister opvragen bij UWV.

Eigenrisicodragers voor de Ziektewet kunnen straks zonder tussenkomst van UWV een proefplaatsing goedkeuren voor (ex-)werknemers met een ZW-uitkering. Zij gaan wel langer ZW-uitkering betalen als de WIA-uitkering te laat wordt aangevraagd.

Minimumloon, minimumjeugdloon en stukloon
Vanaf 2017 werkt het kabinet daarom toe naar een volwaardig minimumloon vanaf 21 jaar en een hoger minimumjeugdloon voor 18-, 19- en 20-jarigen. Daarnaast onderzoekt het kabinet de mogelijkheid om een wettelijk minimumuurloon in te voeren, zodat het minimumloon per gewerkt uur niet meer afhankelijk is van de arbeidsduur.

Zo lang er nog geen minimumuurloon is, wordt alvast wettelijk geregeld dat wie meer dan 40 uur per week werkt (meerwerk), ook recht krijgt op evenredig meer dan het wettelijke minimumloon.

Verder blijft betaling op basis van stukloon mogelijk, maar gaan werknemers die stukloon ontvangen, ook ten minste het wettelijk minimumloon verdienen.

Maatregelen tegen schijnconstructies
Werknemers kunnen achterstallig loon opeisen bij werkgevers én opdrachtgevers. De Inspectie SZW maakt namen openbaar van bedrijven die zich niet aan regels voor het minimumloon houden. De Wet aanpak schijnconstructies gaat sinds 1 juli 2015 gefaseerd van kracht.

Vanaf 1 januari 2017 moeten werkgevers het volledige minimumloon betalen. Alle constructies zijn verboden waarbij werkgevers minder dan het hele minimumloon betalen. Bijvoorbeeld wanneer zij ten onrechte maaltijdkosten of verzekeringspremies inhouden op het loon. Op het minimumloon mogen alleen volgens de wet verplichte of toegestane bedragen worden ingehouden. Voorbeelden hiervan zijn belastingen en premies.

Er komt mogelijk een uitzondering voor huisvestingskosten en kosten van zorgverzekeringen. Ook denkt de minister na over een uitzondering voor arbeidsbeperkte werknemers.

ZZP- Wet DBA
Na de afschaffing van de VAR, loopt hetimplementatiejaar van de Wet DBA af in mei 2017. Om de onzekerheid over de Wet-DBA en de modelovereenkomsten sneller op te lossen, komt er tot mei 2017 extra capaciteit ter beoordeling van ingediende overeenkomsten. Verder komt er een meldpunt bij de Belastingdienst om eventuele knelpunten beter te kunnen verhelpen en zal de communicatie worden verbeterd.
Goedwillende ondernemers worden, ook na mei 2017 niet beboet, belooft de staatssecretaris.

Stimulering kennismigratie
Ter stimulering van de Nederlandse kenniseconomie zullen in 2017 enkele maatregelen ingaan die de kennisgerelateerde migratie bevorderen. Zo zal voor het internationale bedrijfsleven een regeling worden ingevoerd die een flexibele toelating voor het verrichten van werkzaamheden in Nederland door derdelanders mogelijk maakt.

Daarnaast zal het voor kennismigranten, wetenschappelijk personeel en studenten mogelijk worden gemaakt om naast hun werkzaamheden of studie activiteiten als ondernemer te ontplooien en deel te nemen in innovatieve start-ups.

WGA-vast en WGA-flex samengevoegd
In 2017 treedt een van de onderdelen van de Wet beperking ziekteverzuim en arbeidsongeschiktheid vangnetters in werking. De WGA-vast en WGA-flex worden dansamengevoegd. Het onderscheid naar de aard van de dienstbetrekking in de WGA komt daarmee te vervallen.

Werkgevers kunnen vanaf 1 januari 2017 kiezen voor publieke WGA-verzekering voor WGA-lasten van vast en tijdelijk personeel of voor eigenrisicodragerschap. De publieke WGA-premie wordt vastgesteld op basis van het gehele WGA-risico van de werkgever.

Reparatie gevolgen WWZ
Veel (kleine) werkgevers houden na twee jaar ziekte een werknemer in dienst met een ‘slapend dienstverband’, zodat ze geen transitievergoeding hoeven betalen. Het kabinet werkt aan een wetsvoorstel waardoor werkgevers bij ontslag wegens langdurige arbeidsongeschiktheid compensatie kunnen krijgen voor de wettelijketransitievergoeding. Het kabinet acht dat gerechtvaardigd, gezien de kosten die werkgevers al maken voor onder meer de re-integratie van hun zieke werknemer.

Mogelijk komen er ook maatregelen om de loondoorbetalingsplicht bij ziekte in te korten. De SER brengt hier advies over uit.

Sinds 1 juli 2016 kunnen sociale partners in cao’s afspraken maken over eenaangepaste ketenregeling voor seizoensarbeid, met een kortere tussenpose. Dat moet in komende cao’s verder worden uitgewerkt

Komende tijd zijn volgens het kabinet de cao-partijen aan zet om met elkaar verdere afspraken te maken over flexibiliteit en zekerheid. Er kan op dit gebied vaak meer dan werkgevers en werknemers denken, staat in de begroting van het ministerie van SZW, en maatwerk is belangrijk. Iedere sector of bedrijfstak is immers anders, met verschillende behoeftes bij werkgevers en werknemers.

Wet op de ondernemingsraden (WOR)
In de WOR komt een wijziging over de beloning van topbestuurders beoogt invoering van de verplichting tot een jaarlijks gesprek tussen de bestuurder en de ondernemingsraad. Dit gesprek gaat over de ontwikkeling van de beloningsverhoudingen binnen bedrijven met honderd werknemers of meer.

Het gaat dan om het expliciteren van de verplichting om overleg te voeren en de verplichting tot het verschaffen van informatie over de ontwikkeling van de arbeidsvoorwaarden en beloning van verschillende groepen werknemers. De wetswijziging moet zorgen voor een duidelijkere norm in de wet. De beoogde invoeringsdatum is 1 januari 2017.

Werkkostenregeling blijft voorlopig nog
Op verzoek van het ministerie van Financiën hebben deskundigen en belanghebbenden voorstellen gedaan om fiscale regels te vereenvoudigen. Drie organisaties hebben voorstellen gedaan om de werkkostenregeling te wijzigen vanwege de problemen met de uitvoerbaarheid. Maar in de fiscale uitvoerbaarheidsbrief, die bij de Prinsjesdagstukken zit, stelt de staatssecretaris dat dit een onderwerp is waarop eerst nog ‘meer praktijkervaring moet worden opgedaan’. Geen wijzigingen dus, in 2017.

Pensioenstelsel houdbaar maken
Om het pensioenstelsel houdbaar te maken, moet het transparanter worden, met heldere afspraken vooraf over pensioenrechten en -risico’s. Het pensioen moet beter aanpasbaar zijn aan de individuele voorkeuren en omstandigheden van mensen. Bovendien moet het pensioenstelsel aansluiten op de moderne arbeidsmarkt met een toereikende pensioenopbouw voor alle werkenden. Het kabinet heeft 2020 beoogd voor de overgang naar een nieuw stelsel dat aan deze wensen tegemoetkomt.

Overdacht kleine pensioenen
Het streven is om op 1 juli 2017 een wettelijke verplichting van waardeoverdracht van kleine pensioenen in werking te laten treden die in de plaats treedt van het huidige recht van afkoop. Op deze wijze behouden ook kleine aanspraken hun bestemming, waarmee de pensioenvoorziening wordt verbeterd van vooral werknemers met meerdere kortlopende dienstverbanden.

AOW-leeftijd
In 2017 zal de AOW-gerechtigde leeftijd 65 jaar en 9 maanden bedragen. Na 2017 zet de geleidelijke verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd door. De AOW-gerechtigde leeftijd wordt in stappen verhoogd naar 66 jaar in 2018 en 67 jaar in 2021. Daarna wordt de AOW- gerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting.

Per 2019 vijf dagen betaald kraamverlof
Het bestaande kraamverlof van 2 dagen met behoud van loon wordt uitgebreid. Een wetsvoorstel om dit uit te breiden met 3 dagen verlof met een uitkering van het UWVis in voorbereiding. De uitkering is gelijk aan het loon met als bovengrens het maximum dagloon. De verwachting is dat parlementaire behandeling van het wetsvoorstel in 2017 wordt afgerond. Invoering is voorzien voor 1 januari 2019.

Doelgroep van de regeling zijn de echtgeno(o)t(e) / partner van de moeder dan wel degene die het kind erkend heeft. Het verlof moet worden opgenomen binnen vier weken na de dag van de bevalling.

Aandacht voor inzetbaarheid en positie bedrijfsarts
Het kabinet blijft inzetten op de preventie van beroepsgerelateerde ziekten en ongevallen. Het meerjarige programma Duurzame inzetbaarheid richt zich in 2017 op de aanpak van psychosociale arbeidsbelasting, waaronder het voorkomen van ongewensteomgangsvormen op het werk.

Met een wijziging van de Arbeidsomstandighedenwet wil het kabinet daarnaast de onafhankelijke positie van de bedrijfsarts versterken, en de toegankelijkheid van de bedrijfsarts voor werknemers beter borgen. Het meerjarige programma Toekomst van de arbeidsgerelateerde zorg wordt parallel hieraan ingezet om de maatschappelijke bewustwording van het belang van preventie en goede arbeidsgerelateerde zorg te vergroten.

Zorgpremie 2017
De zorgpremie stijgt beperkt in 2017 met ongeveer € 3 per maand. Daarmee is de premie in 2017 bijna gelijk aan de premie van 2012, maar het kabinet belooft in 2017 daarvoor meer en betere zorg. Het eigen risico blijft gelijk aan vorig jaar.

Wijziging Participatiewet
De Participatiewet wordt op twee punten vereenvoudigd:

Op het punt van de loonkostensubsidie krijgen werkgevers voor doelgroepwerknemers die niet zelfstandig het minimumloon kunnen verdienen, straks een half jaar een forfaitaire loonkostensubsidie van 50% van het minimumloon. Daarna wordt pas de loonwaarde bepaald en de definitieve loonkostensubsidie vastgesteld.

De groep van ‘scholingsbelemmerden’ valt straks ook onder de doelgroep van de banenafspraak en onder de no-riskpolis. Loonkostensubsidie is voor hen mogelijk, ook als deze werknemers al werken en een lagere loonwaarde hebben. Voor deze werknemers geldt in 2017 een premiekorting van maximaal 2 duizend euro per werknemer per jaar gedurende drie jaar.

Instemmingsrecht OR voor -preventiemedewerker
De ondernemingsraad heeft nu al instemmingsrecht over het takenpakket van depreventiemedewerker, het instemmingrecht gaat (waarschijnlijk) vanaf 1 januari 2017ook gelden voor de benoeming en de positionering van de preventiemedewerker.

Geen quotum arbeidsbeperkten in 2017
Er komt in 2017 geen quotum voor werkgevers voor werknemers met een arbeidsbeperking. De eerste doelstelling van de Wet banenafspraak en quotum arbeidsbeperkten is namelijk gehaald.

Bijtelling zaken- en leaseauto’s
Vanaf 2017 geldt een algemeen bijtellingspercentage van 22 procent bij privégebruik van zakelijke personenauto’s. Daar is nog maar één uitzondering op: 4 procent bijtelling voor auto’s die in het geheel geen schadelijke stoffen uitstoten, dus elektrische wagens en waterstofauto’s.

 

Bron: https://www.personeelsnet.nl/