Het mbo moet wendbaarder worden vormgegeven, om zo beter in te kunnen spelen op veranderingen die zich voordoen op de arbeidsmarkt. Actualiteit en innovatie worden nog niet overal even goed in het onderwijs georganiseerd.

Dat concludeert het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP), dat voor een onderzoek naar kansen in het mbo met docenten, leidinggevenden, studenten en intermediairs sprak.

De veranderende arbeidsmarkt stelt nieuwe eisen aan het mbo, aldus het SCP. Van de professionals die als docent of leidinggevende in het mbo werken, vindt 43 procent dat het mbo nog te veel aanbodgericht is.

Er moet meer worden gekeken naar samenwerking met het bedrijfsleven, en de professionalisering van docenten is te vrijblijvend, aldus de respondenten.

Persoonlijkheidskenmerken

Daarnaast zouden vakkennis en vakvaardigheden alleen niet voldoende zijn om mbo-studenten op de toekomst voor te bereiden.

Er gaat volgens de respondenten onder meer te veel aandacht naar de ondersteunende vakken taal en rekenen, en te weinig aandacht naar persoonlijkheidskenmerken en betere (denk)vaardigheden.

Vakmanschap

60 procent van de professionals in het mbo denkt dat het ‘echte vakonderwijs’ onder druk staat, en 80 procent van hen is van mening dat er altijd werk zal zijn voor echte vakmensen. 60 procent van de studenten deelt deze mening.

Vakmanschap blijft de kern van het mbo, vindt 90 procent van de professionals. Zij gaan ervan uit dat de ambachtseconomie belangrijk blijft voor Nederland en het mbo daarom toekomst heeft. Wel vindt 64 procent van de studenten dat de maatschappelijke waardering in Nederland nog tekortschiet.