Een beetje regeerakkoord staat bol van de voornemens om nieuw beleid te introduceren. Maar hier en daar moeten bestaande regelingen eraan geloven. Zo betekenen de plannen van de nieuwe coalitie het voortijdige einde van de omstreden Wet DBA (zelfstandigen).

Je hoort het geestelijk vader Eric Wiebes al zeggen tijdens de rouwdienst: “We nemen vandaag afscheid van de Wet deregulering beoordeling arbeidsrelaties. Ons allen bekend als de wet DBA.” De staatssecretaris van financiën wijst de gasten er dan op dat de wet ‘een dappere strijd heeft geleverd tegen schijnzelfstandigheid, maar niet langer dan anderhalf jaar in ons midden heeft mogen zijn’. Met enige deernis blikken de gasten naar de foto van de gesneuvelde wet. En aan het eind van de dienst verdwijnt een flinke stapel DBA-dossiers in een prullenbak.

Zucht van opluchting

In werkelijkheid zal het nieuwe kabinet niet lang stilstaan bij het einde van de wet DBA. Sterker, politici die azen op de post van staatssecretaris van financiën zullen een zucht van opluchting hebben geslaakt bij het lezen van die ene zin in het regeerakkoord: ‘De wet DBA wordt vervangen.’

Al voor de wet op 1 mei 2016 goed en wel in werking trad, veroorzaakte die flinke tumult. Bij de Kamer van Koophandel, waar zelfstandigen opgewonden vroegen hoe het nu verder moest. Bij diverse zzp-organisaties, die voor hun informatieavonden in een mum van tijd honderden aanmeldingen van onzekere zzp’ers binnenkregen. En bij de Belastingdienst, die als handhaver van de wet overuren draaide om alle ingediende zzp-contracten, de zogenoemde modelovereenkomsten, tijdig van goed- of afkeuring te voorzien.

Veroorzaakt door angstige bedrijven

Volgens critici werd alle rumoer vooral veroorzaakt door angstige bedrijven. De DBA dwong hen te bewijzen dat hun arbeidsrelatie met zzp’ers geen verkapte werkgevers-werknemersrelatie was. Konden bedrijven dat niet, dan riskeerden ze – net als de zzp’ers met wie ze werkten – boetes en naheffingen. De modelovereenkomsten, ontworpen om dat risico waar mogelijk uit te sluiten, waren onvoldoende toereikend, vonden bedrijven. Het gevolg? Een slinkend aantal opdrachten, klaagden zzp’ers. Stichting ZZP Nederland sprak zelfs van broodroof. “Ga gewoon aan het werk”, trachtte Wiebes de onrust nog te sussen. Uiteindelijk poogde hij de storm aan kritiek in te dammen door handhaving van de wet uit te stellen.

Van uitstel kwam dus afstel. Het nieuwe kabinet probeert de zorgen van bedrijven weg te nemen met een zogenoemde opdrachtgeversverklaring. Deze geeft bedrijven voor ze met een zzp’er in zee gaan de garantie dat ze geen risico lopen op boetes en naheffingen. Verdient een zelfstandige minder dan zo’n 15 tot 18 euro per uur, dan gaat zo’n opdrachtgeversverklaring niet op. Het nieuwe kabinet hanteert dat uurtarief van maximaal 18 euro als absolute ondergrens. Iedereen die daaronder zit, hoort in dienst, zo staat in het regeerakkoord.

Welkom op personeelsfeesten

Of freelance journalisten, HR-professionals en ict’ers met het verdwijnen van de wet DBA ook weer welkom zijn op personeelsfeesten en -uitjes, moet nog blijken. Onder de oude wet werd zo’n bezoek als moeizaam ervaren. De Belastingdienst zou immers kunnen oordelen dat een freelancer die regelmatig personeelsfeestjes en vergaderingen bijwoont, zich iets te veel gedraagt als werknemer en dus in dienst moet worden genomen. Zo strikt zal het nieuwe kabinet niet handelen, belooft het regeerakkoord. Maar hoe strikt precies, dat moet de uitwerking uitwijzen.

 

Bron: Trouw