De grote werkgeversorganisaties zijn alsnog akkoord met eerder gemaakte afspraken voor de ‘reparatie’ van de WW-uitkering. Wel moet er rekening worden gehouden met een aantal zorgpunten vanuit de werkgevers. 

Dat hebben MKB-Nederland en VNO-NCW deze week bekend gemaakt.

Met de instemming gaan de werkgeversorganisaties akkoord met de oprichting van een landelijk fonds waarmee ondernemingen en bedrijfstakken een private aanvulling op de WW en de WGA kunnen bieden. De werkgeversorganisaties benadrukken een aantal punten waarmee rekening moet worden gehouden. Zo mag het niet tot extra bureaucratische rompslomp en administratieve lasten bij werkgevers leiden. Ook moet er een garantie zijn dat de werknemerspremie in de toekomst niet toch op het bordje van de werkgever komt te liggen.

Hoe nu verder?

In cao’s moeten nu afspraken worden gemaakt over het opzetten van fondsen waaruit het derde jaar WW wordt betaald. Werknemers betalen de premie, die maximaal 0,75 % van het loon kan bedragen. Ook is het landelijke fonds inmiddels opgericht, laat de Stichting van de Arbeid – waarin werkgevers en werknemers zijn verenigd –weten. Op de website van dit landelijk fonds, Stichting Paww, zal binnenkort meer informatie beschikbaar komen.

Sociaal akkoord 2013

Het derde WW-jaar is onderdeel van het sociaal akkoord dat in 2013 is gesloten tussen vakbonden en werkgevers. Dit deden zij nadat het kabinet had besloten de lengte van de WW te beperken tot maximaal twee jaar. Andere onderwerpen die nog ter discussie staan, zijn loondoorbetaling bij ziekte en de Wet werk en zekerheid (WWZ).

 

Bron: https://www.xperthractueel.nl/