Werkgevers kiezen voor flexwerkers omdat ze dan snel kunnen schakelen wanneer het even tegenzit of er juist opeens heel veel werk is. Toch zeggen ook veel werkgevers en HRM’ers dat de flexibilisering is doorgeslagen. Welke kant gaat het op? 

Werkgevers verwachten meer arbeidsrechtelijke risico’sRuim een derde (36,3%) van de werkgevers kan het niet zo veel schelen of ze medewerkers nou een tijdelijk of een vast contract geven, zo blijkt uit het onderzoek ‘Vast en flex in vele vormen’ van het Verweij Jonker Instituut in opdracht van het Instituut GAK. 28,5 procent heeft liever vaste medewerkers.

Heel kleine bedrijven (twee tot negen werknemers) werken liever met zzp’ers dan met eigen personeel. Nemen ze toch mensen aan, dan kan het ze niet zo veel schelen welke vorm het arbeidscontract heeft. Grotere bedrijven werken liever met vast personeel dan met tijdelijke krachten.

Verschillen in bedrijfssectoren

Van de werkgevers in de publieke sector werkt 40 procent liever met vaste krachten dan met tijdelijk personeel. In de private sector is dat een stuk minder: 31,4 procent.

Ook tussen de bedrijfssectoren zijn grote verschillen te zien. De horeca werkt liever met uitzendwerkers, payrollers en gedetacheerden en juist minder graag met mensen op een tijdelijk contract. De zakelijke dienstverleners, bouwnijverheid- en installatiebedrijven werken graag met zzp’ers. Dat geldt ook voor de IT-sector. Bedrijven in de industrie en productie hebben juist het liefst een stevige band met hun personeel en kiezen daarom vaker voor een vast contract.

Blik op de toekomst

Uit branchegesprekken blijkt dat werkgevers en HRM’ers vinden dat de flexibilisering is doorgeslagen. 40 procent van de werkenden in Nederland heeft een of andere vorm van flexibel werk. Werkgevers en HRM’ers vinden zelf een verhouding 70-30 voor vast en flexibel beter.

Maar is dat ook terug te zien in de verwachtingen die de ondervraagden voor de toekomst hebben?

De meeste werkgevers verwachten niet dat er veel zal veranderen in de komende jaren. Over het algemeen verwachten werkgevers wel dat de inhuur van uitzendkrachten, payrollers en gedetacheerden iets terug zal lopen. De private sector denkt dat het aantal vaste contracten zal toenemen. In de publieke sector daarentegen voorspellen werkgevers dat zowel het aantal vaste als het aantal tijdelijke contracten zal afnemen.

Verwachtingen per sector

Werkgevers van grotere bedrijven verwachten een afname van het aantal vaste contracten en een toename in het inhuren van medewerkers met een tijdelijk contract.

De sectoren detailhandel food, horeca en vrije beroepen verwachten minder vaste contracten aan te zullen bieden. Maar werkgevers in de sectoren industrie en productie, groothandel, auto en reparatie en IT voorzien juist dat zij meer mensen met een vast contract aan zich zullen binden.

Werkgevers verwachten de komende jaren meer arbeidsrechtelijke risico’s. Dat wordt zowel gezien als reden om meer mensen vast in dienst te nemen, als om juist te kiezen voor tijdelijke contracten.

Investeren in medewerkers

Relatief veel werkgevers zijn bereid om zowel het vaste als het flexibele personeel kansen en mogelijkheden te bieden. Daarin wordt wel onderscheid gemaakt tussen de verschillende flexibele arbeidsvormen. Daar waar werkgevers wel investeren in medewerkers met een tijdelijk contract, zijn ze daar veel minder toe bereid wanneer het gaat om oproepkrachten, mensen met een 0-urencontract, uitzendkrachten, payrollers en gedetacheerden.

De investeringen bestaan vooral uit het bieden van uitdagende functies, heldere werkinstructies, invoering in de bedrijfscultuur en zeggenschap over werktijden. Investeringen die geld kosten, zoals opleidingsmogelijkheden, pensioen en verzekeringen, zijn minder populair.

 

Bron: PW De Gids